527
Uit het antwoord van den legerbevelhebber bleek, dat tot den onder-
bandscben inkoop in Indië was moeten worden overgegaan wegens de
vertraagde uitzending van bedoeld uit Nederland ontboden artikel.
Daar de aanschaffing in Indië, uit hoofde van den hoogeren prijs bier te
lande van bet leder in vergelijking met dien in Nederland, tot meer uit
gaven heeft geleid, bracht de Kamer deze zaak ter kennis van den Gou
verneur-Generaal, daarbij in overweging gevende op het gebeurde de aan
dacht van den Minister van Koloniën te vestigen en onder aanteekening
dat op niet tijdige uitzending van uit Nederland bij eisch aangevraagde
goederen ook in 1896 en 1898 door het College werd gewezen. (Referte
aan 49 van het verslag over 1895 en 23 van dat over 1898).
Aan bet voorstel der Kamer is, blijkens bet besluit van 3 Januari 1903,
no. 10, door de Regeering gevolg gegeven.
Onnoodige uitzending van bajonetscheeden ten behoeve van het leger.
72. Bij de examinatie der verantwoordingen van de wapenmagazijnen
viel het der Algemeene Rekenkamer op, dat in het grootste deel daarvan
niet meer voorkwamen de stalen scheeden voor bajonetten, welke indertijd,
als toebehooren van de thans bij het leger in gebruik zijnde geweren model
1895, uit Nederland werden ontvangen, zijnde onder ultimo 1901 slechts
op één plaats, waar een veldbataljon gelegerd is, het artikel scheeden bij
het betrokken magazijn in verantwoording.
Uit deze omstandigheid, in verband met het feit dat de scheeden,
vroeger bij de wapenmagazijnen in verantwoording, thans als voorraad
voorkwamen in de verantwoordingen van de magazijnen van oorlog, meende
de Kamer te moeten afleiden dat de scheeden nog slechts bij een klein
deel van den troep in gebruik zijn.
Met het oog hierop deed zich bij haarde vraag voor, of onderwerpelijk
niet moet worden gedacht aan eene voor het leger onnoodige aanschaffing
van materieel, hetgeen, ook in verband met de daaruit voortgevloeide
belangrijke uitgaven, der Kamer aanleiding gaf om den commandant van
het leger te verzoeken haar ter zake in te lichten, onder opgave c. q of
de aanschaffing een gevolg was geweest van een eisch uit Indië.
Ter voldoening aan dit verzoek ontving de Kamer een schrijven van
den legercommandant, waarbij in hoofdzaak werd medegedeeld:
dat in 1896 ter kennis van den Minister van Koloniën was gebracht,
dat, aangezien in Indië de bajonet steeds op het geweer is geplaatst, de
bajonetscbeede kon vervallen, doch dat met deze mededeeling geen reke
ning werd gehouden, daar bij de in 1897 uit Nederland gezonden geweren
bajonetscheeden waren gevoegd;
dat in 1898 de noodzakelijkheid was betoogd om hier te lande, zoowel