585 met cijfers te doen aantoonen, terwijl zij tevens er op wees dat keuringen als waarvan hier sprake is, blijkens de bij haar berustende processen- verbaal, herhaaldelijk geschieden door een van de op het bureau van den gewestelijken intendant geplaatste luitenants-kwartiermeesters. Naar aanleiding daarvan, onder toezending van der Kamer advies, aangeschreven zijnde om de noodzakelijkheid der bedoelde formatie-uit breiding nader aan te toonen, betoogde de legercommandant dat indien de aanmaak van militaire kleedingstukken in Indië in de plaats treedt van uitzending van het meer benoodigde slechts op Batavia zou kunnen worden gerekend, en zulks in hoofdzaak op grond dat bij aanbesteding op andere plaatsen öf te hooge inschrijvingsprijzen, of gemis aan mede- dinging zou zijn te verwachten. Door de Regeering uitgenoodigd omtrent het rapport van den leger- commandant haar gevoelen mede te deelen, merkte de Algemeene Reken kamer op, dat, bij de beoordeeling of de gevorderde prijzen hoog of niet hoog zijn, er rekening mede moest worden gehouden dat hetgeen in Nederland tot dusver aan maakloon is betaald minstens het dubbele bedraagt van de aannemingsprijzen in Indië, en dat, al worden in Indië prijzen bedongen even hoog als de Nederlandsch», er toch nog voordeel zou zijn bij aanmaak in Indië. daar toch in het laatste geval op de transportkosten wordt bezuinigd, er geen kans bestaat op verliezen en het opslaan van groote voorraden niet noodig zou zijn. Overigens wees de Kamer er op, dat bij de in Augustus 1902 gehou den aanbesteding voor den aanmaak van sergen kleeding voor de be hoefte van de jaren 1908 - 1905 te Soerabaja werd inschreven voor den aanmaak van een attilla f 0.64 en van een pantalon f 0.45, welke cijfers weinig verschillen van de laagste prijzen van respectievelijk f 0.59 en 0.43 'welke bij de te Batavia voor hetzelfde tijdvak gehouden aanbeste ding werden verkregen, zoodat er geen reden bestond waarom Soerabaja niet nevens Batavia voor de vervaardiging van de meer benoodigde klee dingstukken zou kunnen worden aangewezen. Doch al aannemende dat alleen op eene behoorlijke levering te Batavia zou kunnen worden gerekend, dan nog viel het naar de meening dei Kamer te betwijfelen of voor eene uitbreiding der legerformatie met een kapitein-intendant wel noodzakelijkheid bestond. Daargelaten dat die noodzakelijkheid door den legercommandant niet met cijfers was aangetoond, zooals de Kamer in overweging had gegeven te doen, viel er haars inziens op te wijzen dat, al mocht het wer.schelijk, misschien noodzakelijk zijn om de keuring van attila's, alsmede van ka- potten, aan intendance-officieren toe te vertrouwen, het toch twijfelachtig scheen dat zulks mede het geval zou moeten zijn met de overigeinden aanhef dezer genoemde katoenen kleedingstukken van eenvoudige confec-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 551