575 Mevrouw Roestwinkel schrikt op, maakt haastig verontschul digingen en verdwijnt. De heer Roestwinkel houdt zich schijn baar kalm, maar is inwendig hevig ontroerd. De familie For- menkram en de overige gasten vinden dit intermezzo niet zoo heel onaangenaam. Het gesprek was gaan verflauwende wip stoelen beschreven grootere bogenhet huis, de inrichting, het klimaat, de paarden, de promotie en de duurte der levensmidde len waren grondig behandeld, ook de gezelligheid van de plaats, die nu zijn hoogtepunt had bereikt, omdat de overste zich zoo veel moeite daarvoor gaf, hetzij uit hartelijkheid en overtuiging, hetzij omdat hij kolonel wilde worden. Mevrouw Roestwinkel keert terug. De vrede is hersteld. „Die kinderen zijn ook zoo lastig, als er visite is." De gasten beamen dit hetgeen zij meenen; en zij voegen er bij, dat de kleintjes der gastvrouw toch anders zulke dotjes zijn hetgeen zij niet meenen. Visites is een kiesch onderwerp op eene visite. Maar Formenkram, zijn gemoed luchtende, gaat er op door, op gevaar af van onbeleefd te zijn „De visites, de officieele, zooals wij die in Indië maken, is een „dwaasheid, een kwelling, een overblijfsel uit den tijd van Coen. „Dag aan dag bijna twee uur met vreemde menschen te moeten „converseeren over koetjes en kalfjes, terwijl men zijn tijd hard „noodig heeft, of het hoofd vol is van andere gedachten. „Als de bezoeken moeten dienen om kennis te maken met „collega's en hunne families, a la bonheurmaar waarom ze dan „anderhalf uur te rekken? Waarom er niet vijf op één avond „afgelegd onder ons, officieren, die zoo herhaaldelijk van stand plaats verwisselen „En dan zijn er nog chefs, die uit een of anderen gemoeds prang zie boven bij den kolonel - invloed wenschen uit te „oefenen op het maken van officieele visites buiten den offi- „cierskring „Men dient daarin immers vrij te blijven. Geen sterveling kan be- „oordeelen, om welke redenen financieele of huishoudelijke „een officier wenscht zijne bezoeken te beperken tot den eigen „kring of welke overwegingen hem weerhouden sommige bezoe- „ken af te leggen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 591