588
b. De gampong (het bedekte terrein) is wel bezet, doch de
vijand iaat niets van zich zien of hooren, zoodat men evenmin
zekerheid heeft.
c. De gampong (rand, bedekt terrein) is bezet, en men
weet het (door berichten, of wel men ziet en hoort de djahats).
cl. De gampong enz, kan bezet zijn, en men weet door be
richten als anderszins, dat een klewangaanval niet is uitgesloten.
Zekerheid heeft men dus in dit geval ook niet.
Alle andere mogelijkheden zijn tot een dezer gevallen terug
te brengen. Slechts een dezer gevallen geeft ons zekerheid,
de overige niet. Nu kan men de vraag stellen: Hoe moet
men handelen'?
Lezers van het I. M. T. kunnen deze vraag met gemak be
antwoorden, door slechts te verwijzen naar blz. 944 onder K.
van afl. 10, jaargang 1903, want daar staatdan zal
de spits (c. q. enz.) op 100 M. van den rand halt houden, enz."
Wij echter kunnen geen genoegen nemen met zulk eene be
antwoording en wijzen op bittere teleurstellingen, die het gevolg
kunnen zijn van zulk een optreden, en voorspellen, dat T. Tjöt
Tjitjim, T. Bén Peukan en consorten hartelijk lachen zouden,
indien zij wisten dat de compeunie aldus moest optreden.
Niets liever dan dat, zeggen zijDe compeunie immers laat
het groot open terreingedeelte, dat zij doorloopen moet, on
benut, negeert zelfs een bedekt terreingedeelte vóór die strook
en loopt gewoon - oplettend natuurlijk tot 100 M. en wacht
daa,r de komst af van voortroep, hoofdtroep enz.
Afgescheiden nu van de groote doelen, die men op deze wijze
zou bieden, beweer ik, dat de I. V. ons niet in de gelegenheid
laat dien gampongrand ongestoord tot 100 M. te naderen, tenzij
•de vijand een klewangaanval op het oog heeft en dus in hin
derlaag ligt.
Neen, waarlijkzoo handelt men niet en mag men niet handelen.
Hetzij de vijand een klewangaanval op het oog heeft, hetzij
hij ons slechts door vuur tracht te benadeelen, en dus de gam
pong en den rand daarvan bezet heeft, moet de spits steeds
op grooten afstand—afhankelijk van het terrein halt houden
■en den voortroep inwachten.
De commandant van den voortroep overziet het terrein, brengt