600
„en liet door een lichamelijken 16) met zes aan icelke men stuyvers
geeft 17) verkennen een losmaking 18) Draaken 19), zig in 't
„Bosch toonende" enz.
Veel zult ge er waarschijnlijk niet van begrijpen, waarde Re
dacteur, zelfs al hadt ge Dr. Zuidema bij U, en daarom zal ik
aan het einde van mijn brief de beteekenis der cursief gedrukte
woorden opgeven. Ik moet erkennen, dat onze taalzuiveraars
het tegenwoordig wat minder erg maken, en ik twijfel dan ook
zeer of ge iemand in het leger zult kunnen vinden, die eene
dergelijke proeve van „zuyver Nederduitsch" aan een meerdere,
laat staan aan den Prins, zou durven aanbieden. Stel U een
plaatselijken commandant voor, die een garnizoensorder uitgaf
bv. op de navolgende wijze: „Morgen bediening hebbende van
't houten paaltje de Tweede Plaatsvervanger N. N." 'k Geloof,
dat die tweede plaatsvervanger vee! kans zou hebben binnen
twee maanden een nummer hooger in de ranglijst te staan.
Zelfs wanneer ik mijn kolonel, op het voorbeeld van onzen taal
zuiveraar bij uitnemendheid P. C. Hooft, aanspreek met„Zui
lenaar" welk woord in elk geval nog beter klinkt dan Pilaar
leiderdan vrees ik toch, dat hij me voor een tijd lang laat
me de woorden maar gebruiken ter observatie in het hospi
taal zal laten opnemen, en zal ik het uitsluitend danken aan
de omstandigheid, dat ik mijn pensioen nog niet verdiend heb,
dat ik niet binnen eenige weken een minzaam aanzoek ontvang
het dadelijk aan te vragen. Ge kunt door op zoo'n manier te
„overdrijven alles wel in een bespottelijk daglicht stellen, zoo
hoor ik U me reeds verontwaardigd toeroepen. Vergeef me,
waarde Redacteur, ik overdrijf niet, maar men overdrijft, en
wel door een groot aantal bruikbare bastaardwoorden overboord
te werpen, waarvoor wij in onze taal geene gelijkbeteekenende
uitdrukkingen kunnen aanwijzen. Dat we niet meer van missive
maar van brief spreken, is zeker eene verbetering; en zoo zijn er
honderd andere woorden, die we zonder het minste bezwaar
door echt Nederlandsche kunnen vervangen. De groote fout
schuilt daarin, dat men ook die woorden tracht te vertalen,
waarvan geene vertaling mogelijk is.
Maar zelfs indien men over een goed, niet al te stijf klinkend
Nederlandsch woord beschikken kan, is het dikwijls zeer aan-