607
Op standplaatsen van het civiel bestuur leverde het foura-
geeren van vivres minder moeilijkheden op; alhoewel uit het
verzoek der ambtenaren van het B. B., om wanneer dit mogelijk
was eenige dagen te voren te waarschuwen als een troep van
eenige steikte ter standplaatse dacht te komen en het aantal
verblijfdagen aldaar op te geven, wel de gevolgtrekkingen mogen
gemaakt worden, dat:
de voorraden der bevolking slechts gering zijn
genoemde ambtenaren dezen tijd behoeven, om de gewenschte
hoeveelheid vivres bijeen te krijgen, hetzij doordat de hoeveelheid
door verschillende naburige kampongs moet bijeengebracht wor
den, of wel dat rekening moet gehouden worden met de meer
dere of mindere genegenheid der bevolking om de aanwezige voor
raden af te staan (bv. bij misgewas). Dit zal in tijden van onrust
niet over het hoofd gezien mogen worden.
Zou het daarom niet gewenscht zijn, dat aan de Europeesche
bestuursambtenaren, op standplaatsen waar geen garnizoen gele
gen is, een voorraad vivres (en geneesmiddelen) ter oplegging werd
verstrekt, benoodigd voor 100 man gedurende minstens tien dagen.
Het grooter aantal dagen, voor iedere standplaats afzonderlijk uit
maken door de militaire autoriteit in overleg met de civiele (al
naar gelang de gemeenschap in verband met het terrein en de
te verwachten houding der bevolking in tijd van onrust meer
of minder moeilijkheden voor de aanvulling zal opleveren).
Van door het Gouvernement aangestelde inlandsche bestuurs
ambtenaren (regenten, posthouders, kapala's-kampong), buiten de
zooeven genoemde standplaatsen, zou geëischt kunnen worden,
aansprakelijkheid voor de opbewaring van eene door het Gou
vernement gedeponeerde hoeveelheid vivres. Het geven van eene
kleine vergoeding, een bewaarloon, zal gewenscht zijn. Met aan
alle kampongs zal deze verplichting opgelegd worden, doch slechts
aan die, welke door ligging als anderszins daarvoor in de termen
vallen (dit weer uit te maken door de militaire autoriteit in
overleg met de civiele).
Controle, wat betreft quantiteit en qualiteit, kan geschieden
door Europeesche bestuursambtenaren bij tournees en inspec
tiën of door commandanten van detachementen bij oefeningen.