620 doch ook Föng-hwang-tschöng prijs te geven. De laatste plaats, waarbij volgens verschillende berichten de eerste Russische hoofd stelling gelegen zou zijn, het groote wegenknooppunt (blz. 494), werd daarop door de Japanners bezet. Was hier werkelijk een hoofdstelling gelegen, dan was het terugwerpen der troepen uit de vooruitgeschoven stelling aan de Jaloe dus oorzaak, dat de Japanners tegelijkertijd in het bezit van de hoofstelling kwamen, ofschoon die er 30 K.M. achter lag, en hierdoor was dus tevens het lang stand houden aan de Jaloe veroordeeld en geschiedde de ontruiming nu zeker niet „overeenkomstig het oorspronke lijk veldtochtsplan", zooals generaal Pflug seinde. Den 9en Mei stonden de Japanners nog te Föng-hwang-tschön. Sedert rukten zij in verschillende colonnes in de richting van Hai-tschöng, Liaujang en Moekden op. Het heet dat de Russen nu het eerst weerstand zullen bieden ter hoogte van de Motienlingpas. Aan de overige operatiën der Japanners dient een overzicht van hetgeen intusschen ter zee gebeurde vooraf te gaan. Na den aanval op den I8en April op de Russische vloot bij Port Arthur, waaraan van Japansche zijde deelnamen de Mikasa, Asahi, Hatsuse, Schikischima, Fuji, Yaschima, Nisshin, Kasuga, Kasagi, Tschitose, Takasago, Yoshino, 12 torpedojagers en 4 torpedobooten, had op 15 April alleen een onbeduidend bombar dement plaats van achter het Liautieschan gebergte. De forten antwoordden met worpvuurook de Pobieda nam aan het vuur deel. In den nacht van 27 op 28 April beproefden de Japanners de zoeklichten der forten door vuur te vernielen, welke poging begrijpelijkerwijze mislukte. In den morgen van den 3en Mei werd opnieuw een poging gedaan om de haven van Port Arthur door zinkschepen te versperren. De kanonneerbooten Akagi en Tscho-kai, vergezeld van de 2e, 3e, 4e en 5e flottielje torpedoja gers, de 9e, 10e en 14e flottielje torpedobooten en 8 stoomers bewapend met licht snelvuurgeschut, bestemd voor de ver sperring, naderden onder een zwaren storm Port Arthur. De schepen raakten uit elkaar, waarom de order werd gegeven terug te keeren. Deze order bereikte de stoomers echter niet. Yijf stoo mers bereikten de haventwee er van, de Mikawa Maroe en Toto- mi Maroe, drongen, niettegenstaande het vuur der forten, in het kanaal door en zonken daar, zoodat volgens het rapport van ad-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 636