47 800 man sterk, waarvan de helft reservisten waren. Er behoorden vele buitenlanders toe, die in Europeesche legers hadden gediend. In de jaren tusschen '96 en '99 speelden buitenlanders een groote rol in de oefening en samenstelling der artillerie; toch was het een Boerenmacht, vrij goed geoefend, en ook hier kwam de schietvaardigheid der Boeren aan het licht. Slechts enkelen ech ter konden goed met de met tijdbuizen bewapende G.K. omgaan. De artillerie van de Oranje Vrijstaat was van ouder datum dan de Transvaalscheze werd in 1880 georganiseerd door majoor Albrecht, die tot zijn gevangenneming bij Paardeberg aan het hoofd stondook hierbij trof men enkele buitenlanders aan. De reserves medegerekend was zij ongeveer 400 man sterk en zelfs naar Europeesche opvattingen goed geoefend. Er werd voorspeld, dat de moderne artillerie de Boeren in hun bewegingsvrijheid zou hinderen en dat zij daardoor gedwongen zouden zijn meer naar Europeesche beginselen op te treden Enkele Boeren deelden deze opvattingen, doch ten onrechte. De Boeren hadden de nieuwste Europeesche wapens aangeschaft, doch voelden zich niet verplicht Europeesche opvattingen te vol gen. Zij gebruikten de Creusots en Vickers-Maxims in verband met hun systeem, zooals zij dat met den Mauser deden; in t kort de Boeren artillerist gebruikte zijn vuurmond naar dezelfde tactische beginselen als de burger zijn geweer. Hij maakte zoo veel mogelijk gebruik van dekking, kunstmatige of natuurlijke en veranderde van stelling, zoodra de vijand zich ingeschoten had. Hij hield zijn vuur in, als hij den tegenstander wilde ver rassen, hoewel hij hem overigens gaarne op een afstand hield en ten volle gebruik maakte van het voordeel, dat de grootere dracht van zijn vuurmond hem bood. Geleide had hij niet noodig, hij trok terug als de vijand te dicht naderde. De fouten, die de artillerie der Boeren aankleefden, waren die van hun geheele systeemde tegenzin om zich in open terrein bloot te geven en het gemis aan samenwerking, waardoor het moeilijk werd het vuur op een bepaald doel te concentreeien. Yooral bij de artillerie zijn deze fouten van belang, doch er mag niet vergeten worden dat ze meest één tegen vier stonden, en dan nog tegen de best geoefende Europeesche artillerie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 63