59 De paniek, die hierdoor ontstond, laat zich beter begrijpen dan beschrijven. De le luit. van der Schroeff, commandant van de benteng (75 man sterk), en de 2e luit. van Deutekom snelden met de beschikbare manschappen naar het einde van de Chinee- sche pasar i ongeveer 250 pas) en namen daar stelling om den opdringenden vijand tegen te houden. Weldra weerklonken de salvo's, zoowel van den in stelling liggenden troep als van uit het blokhuis; tusschen de salvo's door schreeuwde de vijand o. m. „commandant Pakan Kroeng Tjoet mik di bawa, aan: vuur Ter verduidelijking dient hier opgemerkt te worden, dat v. d. Schroeff te Atjeh commandant van de benteng Pakan Kroeng Tjoet was geweest en daar veel met Atjehers in aanraking kwam, doordien hij tevens belast was met de civiele aangelegenheden. Eindelijk scheen het, alsof de vijand een aanval met de kle wang wilde wagen, daar van alle zijden geschreeuwd werd; madjoeorang blanda kajamadjoemadjoe!" Een voorvechter in het wit trad inderdaad naar voren met opgeheven klewang en met den uitroep van „Allah-il-Allah, doch viel getroffen neer; zijn lichaam werd dadelijk weggesleept, de vijand trok af en vergenoegde zich verder met op verren afstand den post te beschieten Na deze mislukking werd de post dagelijks en ook 's nachts van uit schietstellingen bescho ten, die rondom werden aangelegd, terwijl de rivier nabij Rantau Pakam door eene versperring werd afgesloten. Nadat de resident van Sumatra's Oostkust, Michielsen, en de gewestelijk militaire commandant, kolonel van de Pol, kennis hadden gekregen van den toestand in het Tamiangsche, begaven deze autoriteiten zich onverwijld daarheen met het stoomjacht „Anna" en eene dekking van 20 man onder commando van den 2en luit. de Roever Kröber. De onderneming was gewaagd, doch liep gelukkig goed af. De Tamiang binnenvarende, werd de „Anna" uit schietstellingen langs de rivier beschoten en bij het forceeren van de versperring, die ter breedte van l1/2 M. uit lichte bamboe samengesteld en aan beide oevers was vast gelegd, ontving zij een 3 pondskogel door haren wand, ongeveer eene handbreedte slechts boven den ketel. Verderop werd de reis niet meer bemoeilijkt en allen kwamen behouden te Seroewaij aan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 75