81
den Raad van Nederlandsch-Indië te dezer zake onder dagteekening van
20 Maart en van 6 April uitgebrachte adviezen. Toen dé Gouverneur-
Generaal een overzicht had van de werken en maatregelen, die nog bij
deze begrooting konden worden voorgesteld, seinde hij den 7den Juli dat
hij, met eenige afwijking, zich vereenigde met het advies van de meer
derheid van den Raad van Nederlandsch-Indië.
Den lOden Augustus werd het schriftelijk advies van den Gouverneur-
Generaal ontvangen.
Uit dit advies, zoowel als uit de beschouwingen van den Raad van
Nederlandsch-Indië, bleek den ondergeteekende dat hij de bezwaren ver
bonden aan het samenstellen van het door hem bedoelde eenigszins toege
lichte plan, had onderschat.
De Indische regeering heeft onderstaand plan voor de besteding van
gelden, die uit renteloos voorschot aan Indië zouden zijn te verstrekken,
samengesteld.
1904.
1905.
1906.
1907.
1908.
1909.
Totaal.
in duizendtallen guldens
1.
2.
Zoogenaamd nietren-
deerende irrigatie-
werken
Emigratie
685
19
500
900
500
900
500
900
500
900
500
900
3 185
4 519
3.
Steun aan nijverheid,
voor de inlandsche
bevolking van be
lang
200
400
600
800
1000
3 000
4.
Bespoediging van de
inrichting van een
goed credietwezen.
61
100
100
100
50
50
461
5.
6.
Aanleg van spoor- en
tramwegen in de
buitenbezittingen
Defensiewerken
3215
622
2757
542
2757
542
2757
524
2757
2757
17 000
2 230
Totaal
4602
4999
5199
5381
5007
5207
30 395
De Gouverneur-Generaal teekent bij dit plan aan dat de cijfers vooi
de jaren 1905 tot en met 1909 niet als bindend zijn te beschouwen en
dat het zeer wel mogelijk is dat die cijfers later zullen blijken wijziging
te behoeven.
Door dit plan wordt wel een denkbeeld gegeven van de onderwerpen,
die ter hand kunnen worden genomen, en van de bedragen, die naar
het oordeel van de Indische regeering voor die doeleinden gedurende de
Dl. I 1904. 6