82 eerstvolgende jaren zouden zijn te verwerken, maar de toelichtingen zijn naar de meening van den ondergeteekende niet voldoende om dit schema te kunnen beschouwen als grondslag voor eene principieele beslissing ten opzichte van de beschikbaarstelling van fondsen voor de opgegeven doeleinden. De ondergeteekende stond dus bij de afsluiting van de ontwerp-begroo- ting voor de keuze om of streng vast te houden aan den eisch van een te voren opgemaakt, toegelicht plan, en dan op deze begrooting geen fondsen voor tegemoetkoming aan Indië uit te trekken öf dit jaar den eisch van een toegelicht plan los te laten en datgene voor bestrijding uit renteloos voorschot in aanmerking te brengen, wat viel binnen de grenzen, daarvoor in de Nota van 21 Februari jl. getrokken. Hij koos dit laatste. In de eerste plaats omdat het naar zijn oordeel niet zou pleiten voor den ernst, waarmede hij een- en andermaal verklaard heeft, dat zijns inziens de toestand van Indië hulp van het Moederland noodig maakte, als hij deze begrooting liet voorbijgaan zonder eene po ging, om, zij het dan op zeer bescheiden schaal, althans te doen wat te doen mogelijk was. In de tweede plaats, omdat de blik, die deze ontwerp- begrooting op den liuidigen toestand der Indische financiën geeft, dermate ongunstig is, dat de vraag moest rijzen of niet verschillende uitgaven, die wel jaarlijks in den een of anderen vorm op de begrooting voorkomen, maar die niet direct tot de jaarlijks noodzakelijk terugkeerende bestuurs- uitgaven behooren, niet dit jaar achterwege zouden moeten blijven, nu te voorzien is dat zij uit de gewone middelen niet kunnen worden be streden en het bezwaarlijk moet worden geacht Indië onder de tegen woordige omstandigheden te doen leenen voor uitgaven, die niet of eerst in een verwijderd verschiet productief zijn. Van het plan van den Gouverneur-Generaal voor 1904 werd in zoover afgeweken dat, om de daarvoor in de Memorie van Toelichting vermelde redenen, de Atjeh-tram gerangschikt bleef onder de werken, waarvoor kan worden geleend. Verder werden aan de door den Gouverneur-Generaal genoemde werken eenige toegevoegd, die naar het oordeel van den on dergeteekende liggen binnen de grenzen voor dergelijke werken en maat regelen in 3, sub 2 van zijn Nota van 21 Februari aangegeven, name lijk in dien zin dat zij op zich zelf afloopend van karakter zijn; dat zij derhalve, als het moet, kunnen gestaakt worden zonder dat het stelsel van bestuur gevaar loopt; dat zij in algemeenen zin strekken in het belang van de inlandsche bevolking. Dat de keuze der verschillende uitgaven, binnen de zooeven bedoelde grenslijnen, min of meer willekeurig is kan de ondergeteekende in zoo ver toegeven, dat hij erkent dat over sommige dier uitgaven discussie mogelijk is. Dit is voor dit jaar niet te vermijden: doch het gaat naar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 98