VOOR DE PRACTIJK. Drossen van Javaansche militairen. In een der garnizoenen op Java bleek mij, dat het aantal Javaansche militairen, dat sinds Juni 1903 tot op heden vermist wordt, 41 bedraagt. Op andere plaatsen zal dit aantal naar verhouding der sterkte onge veer even groot zijn. Wat belet Javaansche fuseliers, die onmiddellijk na het aangaan van een engagement en het ontvangen hunner premie van een depotbatal jon zijn gedrost, zich opnieuw te laten aanwerven op een andereplaats, en hoe groot is de schade daardoor den lande berokkend! De certificaten der dessahoofden kunnen in het algemeen niet be trouwbaar geacht worden, met het oog op de ruime beurs waarover de nieuw aangenomene kan beschikken. Zelfs kan een inlander zich na eenigen tijd in hetzelfde garnizoen opnieuw laten aanwerven, maar de officier belast met de werving kan dit voorkomen door telkens nauwkeurig de merkbare teekenen na te gaan, die op de signalementstaten van alle vermisten voorkomen, indien tenminste al die staten werkelijk zijn opbewaard Overigens kan van militaire zijde bezwaarlijk tegen deze onregelmatigheden worden gewaakt, tenzij en dat zou de radicale oplossing zijn—alle Javaansche recruten bij hunne aanneming een merkbaar teekon op het lichaam kregen. Zal dit voorstel, dat trouwens niet nieuw is, een kreet van afgrijzen ontlokken aan heel het moederland? Soldaten met een brandmerk op het lijf, als bannelingen en boeven! Het zou anders zeer onschuldig kunnen zijn de geneeskundige dienst zal er wel iets op weten—in ieder geval eenvoudiger dan het reorgani- seoren van gemeentebestuur en politie of het volkomen betrouwbaar maken van dorpshoofden. Wellicht ware het in de tegenwoordige omstandigheden het beste, om alle inlanders onmiddellijk bij hunne indiensttreding op eene bijzondere wijze en op een bijzondere plaats in te enten. Is dit een teeken waarmee de beschaafde wereld genoegen zal nemen? 1) 1) Zou photographeeren, met bv. gedeeltelijke toepassing v/h Bertillonage-systeem, niet de voorkeur verdienen? Bedactie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 644