103 het ambtenaarspersoneel naar verhouding veel kleiner. Anderen waren van meening, dat van vermindering van het ambtenaarspersoneel geen sprake kan zijn, aangezien dit wegens het vele werk niet mogelijk is. Deze leden betoogden daarentegen, dat de onvoldoende voorbereiding der ambtenaren voor hunne betrekking vaak leidt tot handelingen, die op geldverspilling uitloopen. Voorts werd de vraag besproken, in hoeverre door vermeerdering van inkomsten of vermindering van uitgaven verbetering van den financiee- len toestand is te verkrijgen. Terwijl men met den Minister goede verwachtingen had van de stij ging der inkomsten uit het zout in verband met de invoering van het briquetstelsel, waren sommigen van meening, dat althans in de eerste jaren, ondanks de verdere invoering van het Preangerstelsel, van eene belangrijke stijging van de opbrengst der landrente niet veel is te ver wachten. De Minister zegt, dat de opbrengst der patentbelasting in de laatste jaren over geheel Indië stijgende is. Men merkte op, dat volgens de cijfers, voorkomende in stuk 33, de opbrengst dezer belasting in de laat ste jaren vrij wel stationnair is. Het voornemen des Ministers om tot her ziening over te gaan, vond toejuiching. Men hoopte, dat deze herziening, welke reeds ten vorigen jare in uitzicht werd gesteld, spoedig tot stand zal komen en dat de belasting zou worden uitgebreid tot alle inkomsten uit vermogen en dat daarbij zooveel mogelijk een stelsel van progressie zal worden aangenomen. Ook herhaalde men den wensch, dat ook de ambtenaren belastingplichtig zullen worden verklaard. Ook gewaagt de Minister van eene herziening der invoerrechten. Yan meer dan eene zijde juichte men het toe, dat ook op die wijze versterking der inkomsten zou worden gezocht, hoewel men uit den aard der zaak zich zijn eindoordeel voorbehield, totdat bekend zal zijn, welke veranderingen de Minister op het oog heeft. Evenwel werd opgemerkt, dat met verhooging van deze rechten voorzichtigheid behoort betracht te worden, opdat niet de invoer te zeer worde belemmerd en dat bij de regeling ook wel gelet dient te worden op het bedrag der perceptiekosten. Waar dit bedrag zeer hoog is of zelfs de opbrengst overtreft, dient van heffing van rechten af gezien te worden. In verband hiermede werd opgave verzocht van de opbrengst der rechten en. het bedrag der perceptiekosten op de SaDgi- en Talauer-eilanden in de laatste jaren. Yan meer dan eene zijde werd de Minister verder herinnerd aan de ten vorigen jare gehouden beschouwingen over de wenschelijkheid van verhooging van het invoerrecht op thee. Ook vroeg men, of opneming van gedeelten van Nieuw-Guinea en van het thans nog tolvrije gedeelte van Celebes in het tolgebied niet wensehelijk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 117