115 der leden wenschte, dat maatregelen zouden worden genomen om aanvulling van het incompleet door Nederlandsche geneeskundigen te verkrijgen. Ten vorigen jare deelde de Minister in de Memorie van Antwoord (bladz. 47) mede, dat hij kort te voren advies uit Indië had ontvangen betreffende de wenschelijkheid om voor inlanders uit voorname geslachten de gelegenheid te openen in Indië tot officier te worden Opgeleid en dat de verschillende adviseurs het vrij wel eens waren over de wenschelijkheid van den maatregel, maar dat de gevoelens omtrent de wijze van uit voering uiteenliepen. Gevraagd werd, of de Minister de zaak thans nader heeft overwogen en of daaromtrent spoedig eene beslissing genomen zal kunnen worden. Door een der leden werd, ook met het oog daarop, aan gedrongen op herstel der militaire school te Meester-Cornelis. De wensch werd geuit, dat de Zondagsdienst in het leger zooveel mo gelijk zou worden beperkt en dat men inzonderheid de werkzaamheden vóór 12 uur 's middags tot het strikt noodzakelijke zou beperken. Aangedrongen werd op betere regeling van het vervoer van gehuwde militairen in den Archipel per schip. Men wenschte, dat deze militairen met vrouwen en kinderen van de overige zouden worden afgezonderd Gevraagd werd, of de Minister zich reeds een oordeel heeft gevormd omtrent de voorstellen en opmerkingen der pauperisme-commissie aan gaande het concubinaat in het leger. Verleden jaar wachtte de Minister nog adviezen omtrent de uitvoerbaarheid dier vooratellen, Zijn die adviezen thans ontvangen en zullen spoedig maatregelen genomen worden De vraag werd gesteld, of onder de officieren het concubinaat nog veel voor komt. Naar men meende, kon in elk geval aan de officieren het leven in concubinaat verboden worden. In verband met het medegedeelde op bladz. 27 der Memorie van Ant woord betreffende de loopende begrooting werd gevraagd, of spoedig nadere uitvoering zal gegeven worden aan de voorstellen der commissie tot onderzoek van de mogelijkheid om de in Indië verricht wordende terrein opnemingen en kaarteeringswerkzaamheden te centraliseeren. Kan he* rapport dier commissie niet ter inzage worden overgelegd Gaarne zou men vernemen, of gevolg is gegeven aan het in de Memorie van Antwoord betreffende de begrooting voor 1903, bladz. 49, vermelde voornemen om op het terrein van de militaire cantines een afzonderlijk gebouwtje te bestemmen voor hen, die de gelegenheid verlangeu om sterken drank te gebruiken en, zoo ja, welke de uitslag van die proef is geweest Verder verzocht men ingelicht te worden omtrent de thans bestaande regeling van den verkoop van sterken drank in de cantines. Het denkbeeld werd geopperd om 5/6 van de handgelden, welke bij het engageeren van militairen worden verstrekt, in de postspaarbank te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 129