o
131
Huidige
uitrusting.
Benaming der uitrustingsvoorwerpen.
Voor
gestelde
uitrusting.
K.
1
-4- 2
6
U".
161
300
063
Draagbare schop of patjol of bijl met
toebehooren
Bamboemes met scheede 1)
Gordel met tasschen, draagriemen, poets
zakje met inhoud geb. met (brood-)zak 2).
Veldflesch (gevuld, 1.25 K.G.), noodra
tion, verbandpakje
Ransel met kleeding 3)
K.
4- 1
1
2
6
G.
000
400
500
300
063
17
901
18
202
Neemt men in aanmerking, dat dezelfde gewichten als thans-
voor Meeding, tasschen, schoenen en noodration werden geno
men, zoo mag de totale gewichtsvermeerdering van de voorge
stelde uitrusting niet krap berekend worden genoemd.
Doch al bedroeg het uitrustingsgewicht van den met karabijn
bewapenden infanterist, met inbegrip van zijn ransel, volle IS1/*
K.G.dan nog zou de gewichtsvermeerdering, tégenover de daar
door verkregen voordeelen, niet behoeven te tellen. Watbetee-
kent 3.5 H.G. meer belasting, wanneer daarmede een voor de haar
opgelegde taak volkomen toegeruste infanterie verkregen wordt?'
Een infanterie, die zich desnoods een tijd lang zonder trein zou
kunnen behelpen wier belasting uit nuttige uitrustingstukken
bestaat, berekend voor de noodzakelijke behoefte, met verwer
ping van onnutte zaken, als kapmes, en overmatig ballistisch
vermogen.
Men vergete niet, dat de tegenwoordige infanterist onvoldoen
de uitgerust is, en dat, wanneer hem de noodzakelijkste toevoeg
sels (schop, patjol of bijl en 50 patronen) te dragen gegeven
1) Het met sabel uitgeruste kader krijgt dit mes niet.
2) Onder broodzak te verstaan een zak voor patronen, rechts achter aan den gordel
te hangen; gewicht gesteld op 0*4 K.Gr.
3) Zonder kapotjas. Zio Y. I. Y. bijl. I, ook toepasselijk tegen B. Y.; handdoek
en dergelijke werden niet in rekening gebracht.