135 Noodwendig moet den man daartoe een doelmatige berggele- genheid worden verschaft. Een niet te onsterke katoenen of linnen zak zou nog het best voldoen, zoo goedkoop, dat repa ratie na slijtage te veel zou kosten in verhouding tot den prijs van het nieuwe uitrustingstuk. Ontegenzeggelijk wordt op bo venomschreven wijze het voordeel van de lichtere bewapening- met karabijn vrijwel te niet gedaan. Men verlieze echter niet uit het oog dat ook bij geweerbewapening de voorgestelde maatregelen betreffende blank wapen, pioniergereedschap en vivresuitrusting dringend noodig zijn. Hier kan dus geen sprake zijn van onvoldoend voortschrijden in de richting van verlichting van 'smans belasting; blijkbaar is verlichting van het schiet wapen hier zuivere winst, het handhaven van het geweer een nadeel voor den man. Men vergelijke overigens hetgeen reeds eerder hieromtrent werd gezegd. Het gewicht der uitrusting neemt alzoo toe met j karabijn 3.264 sabel 1.000 -j- vivres met zak 1.550 -f- mes 0.400} j geweer 4.700 -f kapmes 1. 227} dat is ongeveer 0.3 K. G-., een werkelijk gering verschil, waarbij echter nog gevoegd moet worden het gewicht van een pannetje 1). Op welke wijze men overigens nog verlichting in den last kan aanbrengen werd reeds boven besproken. Een onderofficier zou genoeg hebben aan 50 patronen, geen bamboemes behoeven te dragen, liefst ook zijn ransel moeten kunnen afgeven, zoolang daarvoor draagkrachten beschikbaar blijven (reserve tandoedragers). Of de achtertasch daarbij komt te vervallen, dan wel ingericht wordt tot berging van andere benoodigdheden (verwisselstukken voor wapening, mondingbe schermer, verbandpakje, enz.) omdat ze ook als steun voor den ransel kan dienen blijft, een zaak van ondergeschikt belang. Bovenstaande beschouwingen zijn zeer zeker niet volledig. De bedoeling ging niet verder dan aan te geven, hoe, bij behoud van ongeveer gelijke belasting, de bewapening en uitrusting van den infanterist verbeterd kunnen worden. Naar onze innige over tuiging bestaat aan die verbeteringen dringend behoefte. E. P. M. 1) Zie I. M T. Extra-bijlage No. 7.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 149