156 den staat waarin een vijandelijken inval wordt gedaan het veld leger kunnen steunen. Voorloopig is het veldleger niet in staat het grondgebied der fe deratie te verdedigen tegen een ernstig gemeende veroverings expeditie. Dit wordt verklaard door den Legercommandant zelf,, en zeer zeker zal dat leger niet in staat zijn Australische belangen-, buiten het grondgebied der federatie te doen eerbiedigen. Vol gens den Legercommandant moest dit ook de taak van het le ger zijnde publieke opinie stemt daar echter niet mee in en wenscht niet dat gedeelten van het leger anders dan vrij willig buiten het grondgebied van het gemeenebest wórden- gebruikt. Aan den Zuid-Afrikaanschen oorlog hebben vrijwillig deelgenomen detachementen van alle Light Horse regimenten, en van één der instructiebatterijen. Districtsreserves. Deze dienen tot locale verdediging van den staat waartoe- ze behooren. Zooals reeds hiervoor is gezegd bestaat de in fanterie uit volunteers, de overige wapens en diensten uit militia met een kleine kern van staande troepen. In werke lijkheid bestaan de meeste eenheden nog slechts geheel of ge deeltelijk op papier, terwijl vele militia-korpsen nog door volun teers worden gevormd. De formatie der eenheden is dezelfde als die van het veldleger. De verschillende korpsen, vooral die der volunteers, dragen weidsche namenditzelfde treft men aan bij de garnizoenstroepenmen spreekt van regimenten van 4 compagnieën a 60 man en soms van sectiën (der hulp wapens en diensten) van 3 man. De organieke sterkte der districtsreserves is, voor wat de- hoofd wapens betreft: New South Wales: infanterie, 3 korpsen (resp. 8, 6 en 2 com pagnieën) bereden infanterie, 2 eskadrons; veldartillerie, 1 batterij a 4 stukken. Victoria: infanterie, 2 regimenten a 8 compagnieën; bereden infanterie, 1 eskadron veldartillerie, 2 batterijen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 170