217
oog hebben veroordeeling tot den dood van een voortvluchtige, of ont
vluchting van een ter dood veroordeelde, maar, waar omtrent de rangorde
der te executeeren straffen niets bepaald is, zou twijfel aangaande de be
doeling van de wet hier gerechtigd zijn. Evenzoo is het met het „ontslag
met ontzetting van het recht om bij de gewapende macht te dienen", tot
nog toe genaamd vervallenverklaring van den militairen stand. Wan
neer moet deze geëxecuteerd worden, indien de vervallenverklaarde nog
een vorige straf slechts gedeeltelijk ondergaan heeft? Zoodra iemand
ontslagen is met ontzetting enz. moet men hem onwaardig keuren, langer
militair te zijn; maar daar staat tegenover, dat niets belet, dat hij eerst
als militair zijn vorige straf ten einde toe ondergaat.
Wij zullen deze bespreking niet verder rekken. De algemeene indruk
is, dat de schrijver uit de officieele bescheiden een vrij goede keus gedaan
heeft en zijn boekje dus van waarde zal zijn voor hen, die de bedoelingen
van den wetgever willen kennen en zich het standaardwerk van van der
Hoeven niet aanschaffen. Het alphabetisch register en de talrijke verwij
zingen naar verschillende wettelijke bepalingen zullen bij het gebruik zeer
nuttig zijn.
Naast het (niet-militaire) wetboek van strafrecht, het reglement op de
rechtspleging en de aanstaande wet tot regeling van de rechtsmacht van
den militairen rechter, zal het militaire strafwetboek voor alle officieren
een noodig bezit zijn en wij kunnen hun de aanschaffing van deze anno
tatie wel aanraden, doch met de uitdrukkelijke mits, dat in het oog ge
houden worde, dat eerst naar de bedoelingen van den wetgever (c. q.
wetsvoorsteller) gevraagd mag worden, wanneer de letter van de wet niet
duidelijk is.
Dl. I, 1905.
:6