252
wanneer het eenmaal tot vechten komt, niet altijd mogelijk is ze zoodanig
in de hand te houden, dat brandstichting of roof voorkomen wordt. Zo»
gelukte het, bij het zonder verzet innemen van de hoofdkampong van Ki-
wang Ona, brandstichting te voorkomen door, zooals de resident meld
de, de hulptroepen op den terugweg voor zich uit te drijven, maar in
andere gevallen kon het in brand steken van veroverde kampongs niet
worden belet.
Schriftelijke berichten omtrent de in het sultanaat Tidore plaats gehad
hebbende onlusten hebben het Departement van Koloniën niet tijdig
genoeg bereikt, om er nog voor het Koloniaal Yerslag van gebruik te
kunnen maken.
In den loop der maand Maart van dit jaar beklaagden zich bij den
resident van Ternate een 15 tal jonge mannen en evenveel jonge vrou
wen, afkomstig van twee tot de hoofdplaats Tidore behoorende kampongs,
die volgens de aloude instellingen, beurtelings in den kadaton van den
sultan heerendiensten verrichten, over mishandelingen, waaraan de vrouwen
wegens geringe overtredingen in den kadaton zouden bloot staan, terwijl
een man, mede wegens een gering vergrijp, op eene openbare plaats, aan
een paal vastgebonden, een half uur lang zou tentoongesteld zijn. Zij
waren vergezeld van een aantal familieleden en een paar honderd de-
monstreerende kamponggenooten en men verklaarde de verschillende
heerendiensten niet meer te willen presteeren en als gouvernements
onderdanen te willen worden aangemerkt. Hoezeer uit het daarop door
den resident ingestelde onderzoek bleek, dat de meeste grieven van oude
dagteekening waren of door den sultan werden ontkend, en de straf aan
de schandpaal volgens de adat op iemand was toegepast, die zich in den
Kadaton aan verregaande brutaliteit had schuldig gemaakt, zoo werd door
den resident met den sultan overeengekomen dat: lo. de schandpaal
dadelijk zou worden weggeruimd; 2o. geen rechtspraak anders dan in
tegenwoordigheid van den controleur zou gehouden worden; 3o. de heeren
dienstplichtigen bij hun verblijf in den kadaton steeds door twee over
hen gestelde mindere hoofden vergezeld zouden zijn 4o. de bovenbedoelde
30 jonge mannen en vrouwen, die te midden van hun diensttijd den
kadaton hadden verlaten, derwaarts zouden terugkeeren en hun verdere
dienstplichtigheid zouden volbrengen. Met deze regeling wilden de kla
gers evenwel geen genoegen nemen, en toen zij ook beslist weigerach
tig bleken om aan de voorwaarde van verhuizing naar het gouverne-
mentsgebied te voldoen, wat noodig was om hen overeenkomstig hun
verzoek tot gouvernementsonderdanen te maken, liet de resident hen
opvatten. Wat daarna met hen geschied is wordt in de ontvangen stuk
ken niet vermeld, doch op 9 April 1904 kwam eene woeste bende van