DE MILITAIRE CARTOGRAPHY IN NEDERLANDSCH-INDIE.
(Met plaat |X).
Onder de technische hulpmiddelen, waarover een leger in den
modernen oorlog moet kunnen beschikken om. zijn weerkracht
zoo hoog mogelijk op te voeren, nemen goede en practisch in
gerichte terreinkaarten eene voorname plaats in.
Bezit men zulke kaarten, dan is het bv. mogelijk om te voren
de in te nemen stellingen aan te wijzen, die, ter ondersteuning
van eigen handelingen, door kleine troepenmachten moeten wor
den bezet en vastgehouden, en kunnen, vooral in bergterrein,
ook gemakkelijker maatregelen worden getroffen om het om
trekken van die stellingen te belettenhet gemis aan betrouw
bare kaarten bemoeilijkt daarentegen de troepenleiding in hooge
mate en sluit zelfs de mogelijkheid niet uit, dat de troepen in
het eigen land verdwalen. Dat eindelijk terreinkaarten voor een
succesvol'optreden tegen een inlandschen vijand en niet minder
voor het pacificeeren van pas onderworpen landstreken van het
grootste nut zijn, wie zou te dien opzichte nog eenigen twijfel
durven opperen?
De behoefte aan topographische kaarten deed zich dan ook
dadelijk gevoelen, toen omstreeks het jaar 1840 1) het maken
van een verdedigingsplan voor Java tegen een buitenlandschen
vijand op den voorgrond trad. Het duurde echter tot 1849, voor-
1) Reeds onder Daendels was met de kaarteeriDg van Java een aanvang gemaakt, als
resultaat waarvan tijdens het EDgelsche tusschenbestuur een kaart van dat eiland op de
schaal 1:966.000 verscheen, welke in 18IS door een atlas van een deel van Red.-Indië en
in 1842 door eene algemeene kaart van Ned.-Indië op 1:1.250.000 werd gevolgd; van
geen dezer kaartwerken, evenmin als van die, welke in 1845 betreffende Java, in 1853
betreffende Sumatra's Westkust door Beyerinck en in 1862 betreffende geheel Ned.-Indië
door Baron Melvill van Carnbee en Versteeg werden uitgegeven, kan echter gezegd wor
den, dat het topographische kaarten waren; daartoe was toch de schaal veel te klein.
Dl. I, 1905. 20