284
Ten opzichte van dit laatste zal zeker ieder dadelijk inzien,
■dat een kaart bezwaarlijk zoodanig kan worden ingericht, dat
een eenvoudige raadpleging der kaart voldoende is om te kun
nen vaststellen, of een weg onder alle omstandigheden voor de
drie wapens geschikt is.
In flinke, breede, verharde wegen kunnen bv. wrakke brug
gen voorkomen, die niet met zware lasten over te trekken zijn,
en dit kan toch niet op een kaart worden voorgesteldevenzoo
kan een niet verharde kleiweg—zooals men die in de binnenlan
den van Batavia aantreftbij droog weder uitnemend geschikt
zijn voor alle wapens, terwijl hij reeds na enkele regens in zoo'n
aaneenschakeling van modderpoelen kan ontaarden, dat zelfs een
brigade marechausée's bijna een „tida boleh" zoude doen hooren.
Zelfs de volledigste en zoo practisch mogelijk ingerichte mi
litaire kaart kan het dan ook niet zonder voorafgaande terrein
verkenning stellen, en men houde het mij ten goede, wanneer
ik het onomwonden zeg, dat dit bij de beoordeeling van kaar
ten maar al te dikwijls uit het oog wordt verloren.
Het is echter wel mogelijk wegen en paden zoodaDig voor te
stellen, dat raadpleging der kaart voldoende is om tot de we
tenschap te komen of een weg onder normale omstandigheden
voor troepenvervoer bruikbaar is. En daar het kaartenlezen nu
niet voor een ieder dagelijksch werk is—wat eigenlijk wel het
geval moest zijnen eenvoud in de voorstelling der details er
zeer veel toe bijdraagt om het lezen te vergemakkelijken, is op
onze militaire kaarten, wat de voorstelling der gemeenschaps
middelen aangaat, naar den grootst mogelijken eenvoud gestreefd
en zijn—behalve spoor- en tramwegen, die met het oog op mili
tair gebruik niet op andere dan de gewone wijze behoeven te
worden afgebeeldslechts 4 soorten van wegen en paden aange
nomen, t. w.:
verharde wegengeschikt voor voertuigen, die dus vermoedelijk
ten allen tijde voor de drie wapens geschikt zullen zijn;
met-verliarde rcegen, w. o. alle karrewegen, die alleen onder gun
stige omstandigheden, d. w.z. in het droge jaargetijde, voor de
drie wapens bruikbaar kunnen zijn, en
paarden- en voetpadendie in de meeste gevallen alleen voor
kleine infanterie- en cavalerie-afdeelingen bruikbaar zijn.