3000 M-T^ è=°-45 24 16 H S*n 3 °-33 17 0//c saamgesteld 0.29 X 0-17 5 Tf|— 4" 0-25 13 saamgestelcl 0.24 X 0-13 3 3500 M. X- <Ts °-36 19 z 4- 0.20 11 H S50 5 saamgesteld 0.19 X 0-11 2 Munitieaanvoer. Al wordt door de schilden de bediening van het geschut in hooge mate verzekerd door de geringe trefkans, de aanvoer van munitie bij het stuk blijft een zwak punt. Is het mogelijk dekkingen op te werpen en daar depots te heb ben, dan kan van hieruit de munitie bij het stuk worden aan gereikt. Een open zich op het gevechtsveld bewegen der muni tieaanbrengers moet vermeden worden, de aanvoer moet dus mechanisch plaats hebben van achter natuurlijke, d.i. in het ter rein voorhanden dekkingen. In het Kriegstechnische Zeitschrift 1903, Heft 6, geeft Hau- schild daarvoor eenige methoden aan. Mij komt voor het gedragen geschut het meest bruikbaar voor het over den grond toevoeren der munitiedraagstellen, vroeger aangegeven, middels ijzer- of staaldraadkabeltjes, loopende over een schijf, bevestigd ter hoogte van de spoor der affuit 1). - Muildieren. Voor het kanon zijn noodig 2 muildieren; voor de affuit met schild 3, bij den gevechtstrein per stuk 1 reservemuildier; verder per stuk 10 munitiedraagpaarden. Dan 2 muildieren voor de observatieladder en 3 voor reserve-affuit en raden 2). ^50 ±1 b5o -± Jd D50 *.o 1) Bij de machinegeweerafdeeling te Mr.-Cornelis is een dergelijke wijze van munitie toevoer herhaaldelijk beproefd, doch niet aanbevelenswaardig bevonden. Red. 2) Schrijver geeft niet aan hoe de gereedschappen en reservestukken worden mede gevoerd. Bed.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 30