DE TENTRANSEL „DOORMAN"
In zijn artikel „Een nieuwe tentransel", voorkomende op blz.
1239 e. v. van den jaargang 1903 van dit tijdschrift, geelt „Du-
cimus" een vrij volledige beschrijving van de bovenbedoelde
uitvinding van den toenmaligen majoor, thans luitenant-kolonel
van het Indische leger R. G. Doorman.
Tevens somt Ducimus verschillende voordeelen op verbonden
aan het verstrekken aan onze veldtroepen van dezen ransel, die
tevens dienst kan doen als schuiltent, en beveelt hij de invoe
ring van een dergelijk uitrustingstuk voor ons leger warm aan.
De lezing van bedoeld artikel heeft waarschijnlijk menigeen—
evenals onsdoen vermoeden, dat met deze uitvinding het zoo ge
wichtige en reeds zoo menigmaal te berde gebrachte tentvraagstuk
voor ons leger op alleszins bevredigende en practische wijze zou
zijn opgelost, en daarom zal het waarschijnlijk den lezers van
dit tijdschrift wel belang inboezemen, het resultaat te vernemen
van de proeven door Ducimus reeds in zijn bovenbedoeld artikel
aangekondigd, die te Atjeh met den tentransel genomen zijn.
Yan de 100 uit Nederland derwaarts gezonden tentransels
werden er 20 medegenomen door de colonne onder den overste
G. C. E. van Daalen op haar tocht door de Gajolanden, terwijl
de overige in beproeving gegeven werden bij een marechaussee-
afdeeling onder den luitenant F. Darlang en bij het 3e Bataljon
infanterie te Koeta-Radja en Sabang.
Opmerkelijk is het, dat de meeningen van den commandant
van het 3e Bataljon en den commandant van de le compagnie
van dat korps omtrent de practische bruikbaarheid van den
tentransel vrij wat gunstiger zijn dan die van den commandant
der Gajo-colonne en van genoemd marechaussee-officier, welke
beide laatsten het zij hier al dadelijk medegedeeldden tent-
ransel als onbruikbaar te velde qualificeeren.
Natuurlijk moet de meeste waarde gehecht worden aan het