302 De comptabele heeft eenmaal zijn verantwoording ingediend, zij sluit als een bus, enachteraf blijken de stukken te wijzen op tekorten, welke moeten worden vergoed. Ten minste voor- loopig vergoed, totdat nl. de comptabele er in slaagt om kwijt schelding van de vergoeding te verkrijgen, hetgeen wel eens gebeurt, indien voor de gebleken tekorten alleszins gegronde verontschuldiging kan worden aangevoerd. Zoo is ons een geval bekend, dat een magazijnmeester dooi de Rekenkamer met de vergoeding werd belast van het gelds waardig bedrag van een zeker aantal voorwerpen, welke door hem te min verantwoord waren. Die vergoeding werd kwijtgescholden omdat kon worden be toogd, dat de ligging van het magazijn zoodanig was, dat ook met het beste toezicht niet afdoende tegen diefstal kon worden gewaakt, ook omdat daarin steeds een groot aantal dwangarbei ders werkzaam waren geweest; voorts dat het den beheerder nimmer aan ijver en toewijding had ontbroken en hij zijn dienst steeds op onberispelijke wijze had verricht. Hoe wordt nu gehandeld tegen den niet- comptabelen lands dienaar? Hierop geeft artikel 82 der Indische comptabiliteitswet het antwoord, en aan de slotalinea van dat artikel is gevolg gegeven door de uitvaardiging van het Kon. Besl. van 1 Maart 1904 no. 25 (opgenomen in het Staatsbl. van dat jaar no. 241). De Ind. compt. wet stelt in bedoeld artikel in beginsel vast, dat alle landsdienaren die, zonder ter zake comptabel te zijn, door onrecht matige handelingen of door het nalaten van de zorg, waartoe zij gehouden zijn, middellijk of onmiddellijk den lande schade toe brengen, verplicht zijn die schade te vergoeden. Maar alvorens dit geschieden kan, wil de Koningin blijkens art. 1 van boven gemeld besluit—dat de Gouverneur-Generaal zal onderzoeken of inderdaad schade is geleden en of er termen aanwezig zijn den betrokken landsdienaar schuldig te beschouwen in den boven aangegeven zin. Een geheel ander uitgangspunt dus als van de Algemeene Rekenkamer. Thans worden de omstandigheden, die tot het maken der fout,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 318