305
Eenige andere voorwaarde wordt daarvoor in de wet niet
gesteld, hetgeen leidt tot de gevolgtrekking, dat alleen hij, die
aan het hierboven gesteld kenmerk voldoet, als comptabele is
aan te merken. Zoo niet, dan bestaat er tusschen den lands
dienaar en de Algemeene Rekenkamer de bedoelde verhouding
niet. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat hij geheel is vrijge
steld van het geven van verantwoording, neen, want als lands
dienaar kan hem altijd rekenschap worden gevraagd door boven
hem gestelden, maar de bij de wet geregelde rekenplichtigheid
aan de Rekenkamer, met al wat daaraan verbonden is, bestaat
niet; het recht en de bevoegdheid, die anders het College aan
de Indische comptabiliteitswet zou ontleenen om van den lands
dienaar rekening en verantwoording te vorderen, blijven dan
buiten toepassing.
Aangenomen kan worden, dat de aan de woorden „ontvangst",
„bewaring", „betaling", „aflevering", „gelden" en „geldswaarde"
verbonden begrippen duidelijk genoeg zijn, en wordt een nadere
verklaring daarvan hier dus achterwege gelaten. Met betrek
king tot het „materieel" raadplege men artikel 62 der Ind.
compt. wet., luidende:
„Het beheer over het materieel, in 's lands magazijnen en
„andere bewaarplaatsen voorhanden, is op den voet en de wijze,
„bij ordonnantie te bepalen, aan het toezicht der Algemeene Re
kenkamer in Nederlandsch-Indië onderworpen".
Als comptabele wordt dus ook aangemerkt hij, die belast is met
het ontvangen, bewaren, betalen of afleveren van het materieel
in 's Lands magazijnen en andere bewaarplaatsen.
De vraag dient nu te worden beantwoord of een kwartier
meester ten opzichte van zijn beheer over vivres en fourages
gezegd kan worden, te voldoen aan het door de wet gesteld
■criterium nopens een comptabel landsdienaar.
Reeds is gezegd, dat over het algemeen de opvatting is, dat
dit wel het geval is, en vox populivox Dei, zult ge denken
lezerhoud het steller dezes ten goede, dat hij een poging waagt
die algemeene opvatting te bestrijden.
Zooals U vermoedelijk wel bekend is, handelt de Xe afdeeling
van de Instructie voor het voeren der administratie bij korpsen