317 Aangezien er aan het zadel geen voorboom is, die de schoft van het paard omvat en het vooruit glijden belet, geschiedt het maar al te vaak, dat gedurende de les ruiters moeten afzitten om het zadel opnieuw midden op den rug te bevestigen. Eenige minu ten later is het meestal weer hetzelfde liedje. Dikwijls wordt dan het reeds besproken middel toegepast en de singel achter den buik aangelegd, waarover ik verder maar niet zal uitweiden. Dat een behoorlijke bevestiging van het zadel niet wel mogelijk is, blijkt reeds uit het feit, dat een paard hetwelk zijn ruiter heeft afgeworpen en naar huis rent veelal onderweg zich zelf geheel uitkleedt. De tragedie begint met de deken, die van achteren onder het zadel uitkruipt en ten slotte verloren wordt; het zadel schiet naar achteren, en nu is het leed niet te over zien. Ten gevolge van het ongewone gevoel, zadel op het kruis en singels tegen de achterbeenen, gaat het paard als een razende te keer en verdwijnt öf het zadel heelemaal over het kruis, of het komt onder den buik te hangen, waardoor het paard kwet suren oploopt. Alvorens punt 2 te besluiten, wensch ik nog te wijzen op andere nadeelen. Oppervlakkig beschouwd, lijkt het, dat men zeer vast zit op een bokzadel: men zit immers als 't ware ingesloten; niets is evenwel minder waar. Wat ziet men namelijk gebeuren wan neer bet paard bokt, of andere heftige bewegingen maakt: de ruiter tracht zich natuurlijk vast te klampen met zijn on- derbeenen; dit is evenwel een zeer lastige zaak ten gevolge van de dikke prop tusschen been en paard (deken, zweetblad, zware singelstooten) en bij den tweeden sprong reeds ziet men dat de ruiter als een wanhopige den houten voorboom tus schen zijn dijbeenen klemt en als 't ware zich zelf uit het zadel knijpt enop zijn neus valt. Wil men een ander bewijs voor den lossen zit op het bokzadel, men ga slechts kijken wanneer een klasse jonge paarden springoefening heeft. Alle factoren zijn hier aanwezig voor een goed verloop van de oefe ning, wat betreft paard en ruiter. De laatste, de remonteruiter, is natuurlijk thuis op een paardenrug, en wat het paard be treft, vlotter en williger springer dan de Australiër kan men zich haast niet denken; toch ziet men, dat bijna allen hun paard

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 333