389 kondigde meening, dat donkere kleuren uit het oogpunt van warmte-absorptie zonder uitzondering te verwerpen zijn, wel juist is. Blijkt het lijs tje van Duncan juist, dan zou bv. donkergroen te verkiezen zijn boven lichtblauw. Alvorens eene beslissing ter zake der uniformkleur genomen wordt, moet dit punt dus grondig onderzocht worden. Lichte kleuren worden meestal verkregen door het weefsel minder diep te verven, nr. a. w. minder verfstof op het weefsel te brengen. De inwerkingen van wrijven en borstelen, van regen en zonlicht zullen daarop dus spoediger merkbaar worden dan op donker gekleurde weefsels. Lichtgekleurde kleeren worden spoediger onooglijk, zoodat ook uit dit oogpunt donkere kleuren voor uniformen, welke langen tijd gedragen moeten worden, de voorkeur verdienen. Eindelijk komt dan nog de smaak een woordje meespreken. Ik hoop, dat ik in mijn betoog voldoende duidelijk heb doen uitkomen, hoe ook voor ons leger de vast te stellen uniform- kleur wel een zoodanige zal moeten zijn, waarbij slechts zooveel mogelijk met de verschillende eischen rekening wordt gehouden, doch die van geen enkel standpunt afzonderlijk beschouwd als de gewenschte kleur zal kunnen worden aangemerkt. Zelfs de glimmende kolven van geweren en karabijnen ver raden, als de zon toevallig van ter zijde invalt, de nadering van den troep. Yeel meer nog dan afstekende kleuren trok al wat glom, als metalen knoopen, beslag, het kookgereedsehap, gepoetst lederwerk, het vuur van den vijand op den drager. De officierssabel, die nutteloos bleek en gevaarlijk bovendien, verdween; de glinsterende rangonderscheidingsteekenen werden vervangen door hoornen of gebruineerde en werden bovendien aangebracht aan den ach terkant van de kraag. In stede van de sabel droegen de officieren algemeen de karabijn, wat echter weer het nadeel had, dat zij soms aan het vuurgevecht deel namen. Het beste wapen voor den officier in het hedendaagsche gevecht bleek wel de veldkijker. In het latere verloop van den oorlog waren alle

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 405