403
schouwcl wordt als een „quantité négligable" en alleen wordt toe
gepast omdat het nu eenmaal is voorgeschreven, en gebrek aan
belangstelling en onverschilligheid ten opzichte van dit onder
wijs reeds bij de hooge rangen zich openbaart, daar moet dat
onderwijs voor de lagere rangen alle aantrekkelijkheid verliezen.
Ik wil op dit onderwerp niet doorgaanvelen heb ik uit zg.
ondervinding hieromtrent veel gunstiger hooren oordeden, maar
ongelukkig genoeg vond ik hunne woorden meestal jammerlijk
in strijd met hunne daden.
Eindelijk is er nog een oorzaak voor die verdwijning van lust en
ijver. Waar het nl. bekend is dat A of B bijzonder geschikt is
voor leider of instructeur, ondervindt hij al spoedig de aangename
gevolgen daarvan. Hem wordt, natuurlijk altijd wegens zijne
bijzondere geschiktheid en bij wijze van onderscheiding, het
leeuwenaandeel in het gymnastisch onderricht opgedragen. Mar
cheert het zaakje niet, dan is het persé zijn schuld; op- en
aanmerkingen nog daargelaten in hoeverre die juist zijn
worden hem niet bespaard. In zijn voornemen om het onderwijs
naar behooren te regelen ziet hij zich door den dienst gedwars
boomd; al zijne vertoogen voor eene noodzakelijke verandering
blijven zonder gevolg. Eindelijk wordt dan nog dikwijls het onder
wijs gegeven op uren, waarop voor de collega's de dienst is afgeloo-
pen. Vanzelf zijn ook dergelijke personen de aangewezene tot
het ineenzetten en leiden van allerlei soort van militaire feesten,
waarmede alweer een vrij zware wissel op hun liefhebberij en
geschiktheid ten koste van hun vrijen tijd getrokken wordt.
Geen wonder dat ook dergelijke personen er spoedig de bijl
bij zullen neerleggen, zich bescheiden op den achtergrond gaan
stellen en zich verder zorgvuldig gaan onthouden van meer dan
de vereischte belangstelling in dezen „dienst", en den gewonen
gang van zaken kalm op zijn beloop laten.
Vrijwillige beoefening van gymnastiek het noodwendig uit
vloeisel van degelijk onderricht heeft plaats in vereenigingen.
Uit het bovenstaande blijkt waaraan men zich als leider, in
structeur of lid van zoo'n vereeniging kan blootstellen. Onder
dergelijke omstandigheden kunnen vereenigingen geen levens
vatbaarheid hebben; zij moeten onvermijdelijk te gronde gaan
en dit des te spoediger, naarmate er voor de oprichting meer
Dl. I, 1905. 29