VOOR DE PRACTIJK. Kampscliieten. Om wat meer afwisseling te brengen in de gezamenlijke schietoefenin gen wordt de navolgende oefening aanbevolen. In elk garnizoen is ze uit voerbaar zonder noemenswaardige kosten. Bij ondervinding weet ik, dat die oefening bij den troep in den smaak valt en dat ook de Javanen er vrij vlug de strekking van begrijpen. Men laat bv. 24 houten of bamboe zen ramen maken van nevenstaanden vorm en zoodanige afmetingen, dat in het bovenste vak 2 vierkante fl.es- schen kunnen worden geplaatst en in het onderste vak 3, welke tegen el kaar aansluiten en met een door de bovenlatten geslagen spijker in den hals worden vastgezet (zie tig.). Onze figuur stelt een borstschijf voor, wel eenigszins afwijkende van de gebrui kelijke, doch er best voor kunnende dienen. De 24 houten ramen, voorzien van keldei'flesschen, worden als schij ven opgesteld, bv. als eene tirailleurlinie, verdeeld in 2 verspreide groepen. Een afdeeling van 24 schutters, eveneens in 2 groepen ingedeeld en op gelijke wijze als de schijven opgesteld, plaatst zich tegenover de schijven. Aan de schutters wordt vervolgens medegedeeld, dat de groe pen elkaar zullen beschieten; de 12 schijven tegenover de rechtergroep stellen nl. de schutters van de linkergroep voor, en die tegenover de linkergroep de schutters van de rechtergroep. De schutters en de schijven worden nu per groep van af den rechtervleugel genummerd; de schijven worden natuurlijk verondersteld front te maken naar de schutters. Iedere schutter is dus door een schijf vertegenwoordigd. Wordt een schijf geraakt, dan valt de daarmee overeenkomende schutter uit en schiet niet meer mee. Achter elke groep schutters plaatst zich voor de waarneming een officier of onderofficier met een kijker. De waar nemer achter de linkergroep kijkt naar de schijven die tegenover de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 427