414 -
bezittingen kunnen geplaatst worden, terwijl zij vroeger bij een reënga-
gement van 2 of minder jaren gewoonlijk daar bleven.
Indien nu in werkelijkheid de man zooveel gebaat was met het doen
van een dergelijke reis, dan zou men hot uit dien hoofde misschien nog
kunnen billijken, doch de werkeljjkheid leert, dat vooral korporaals en
fuseliers, die niet zoo'n schitterende verp'eging aan boord genieten, ge
woonlijk alleen zoo'n reisje maken, omdat zij weten, dat zij er recht op
hebben en zooals zij dat dan uitdrukken: „er dus ook van willen halen,
wat er van te halen valt." Maakt de man er geen gebruik van, dan wordt
hij dikwijls door zijn kameraden voor niet slim aangezien; de beslissing
waar met paspoort af te gaan wordt dan ook dikwijls in de cantine genomen.
Het komt voor, dat, wanneer men een paar jaar bij een subsistenten-
eompagnie is, men dezelfde personen eenzelfde pleizierreis ziet maken.
Afgescheiden van het financieele verlies voor den lande, veroorzaakt de
bepaling, dat de man, overal waar hij wil in Indië, het leger met paspoort
kan verlaten, nog de volgende nadeelen
le een gedeelte van het leger is hierdoor steeds op reis en langer dan
noodig aan den dienst onttrokken; voornamelijk is dit nadeelig wanneer
het administratief kader betreft, omdat t. et, al dien tijd gedetacheerd blijven
de, niet vervangen kan worden
2e komt het voor, dat een man die bij den garnizoensdokter geen kans
heeft op een reëng-agement, omdat deze hem te goed kent, het liever probeert
bij den dokter van een ander garnizoen, die hem natuurlijk niet kent.
3e op de plaats waar de man zich wil reëngageeren aangekomen, kan
zijn nieuwe compagniescommandant niets omtrent hem meedeelen aan den
keurenden officier van gezondheid
4e zij vergroot onnoodig de vele mutatiën bij het leger;
5e zij vergroot den administratieven arbeid.
Acht men het onbillijk om te breken met de gunstige bepaling boven
bedoeld, waarvan zooveel misbruik wordt gemaakt, dan ben ik over
tuigd dat eene verhooging der premie met bv. 10 Gld., voor het geval
de man zich bij zijn eigen korps reëngageert, den lande reeds een aan
merkelijk voordeel zou opleveren. Ook een reëngagement op Java zou
onder dezelfde voorwaarden kunnen worden toegestaan, omdat dit geen
noemenswaardige onkosten oplevert, zijnde de spoorweg grootendeels gou-
vernements eigendom.
Zooals boven reeds onder ten le vermeld, doet zich de afwezigheid van
het kader het meest gevoelen bij het administratieve deel, dat evenals het
andere gedetacheerd blijft en eerst vervangen wordt, wanneer het bekend
is wat definitief omtrent den betrokkene is beslist. Zoo vertrok den 16en
Januari jl. een sergeant-majoor die den 20en Februari te Medan met