- 431 over Tobenteng het gemakkelijkst is. Tjitta is geschikt voor bivakplaats. Nabij Belawa wordt de Walarmaé, die hier 100 M. breed is, overgetrokkende stroom is sterkbij laag water is de grootste diepte 1.20 M. Atakka bevat 100 huizen. Van hier naar Takalala gaande moet de steile heuvelrug worden overgetrokken, die aan de west zijde het dal van de Walannaé begrenst. Takalala is ruim gebouwd en heeft een aangenaam klimaat; er bevinden zich een 15 tal huizen. Het is een knooppunt v an wegen komende uit de aangrenzende staatjes. V. Van Watamponé over Palakka naar Takalala. Voor het gedeelte tot aan Paseempa zie sub VI. Tot Oelawang is het terrein golvend; van hier naar Katjim- poerang eenigszins heuvelachtig (zie verder sub VI). De totale afstand van Watamponé tot Takalala bedraagt 36 paal. VI. Van Watamponé naar Tjamba. Tot Oesa loopt het pad over zacht golvend terrein. Van Oesa volgt het den rechteroever der Oesa-rivier en loopt 500 M. voorbij Oesa door de rivier. Tot hier wordt het pad aan de zuid zijde begrensd door een steilen, begroeiden heuvelrand. Op den linkeroever loopt de weg over 1200 M. door het ravijn en verlaat dit vervolgens met eene steile bocht; de bodem be staat hier uit puntige steen en, waartusschen vele gatenom het pad voor draagdieren geschikt te maken, moet op één punt een steen van 2 M. middellijn worden opgeruimdzware boom stammen liggen gedeeltelijk over het pad. Na het ravijn vei- laten te hebben voert de weg over flauw golvend terrein dooi de stelling van Paseempa. Verder is van dezen weg bekend, dat hij van Watamponé tot Tjamba door reizigers te paard in 3 dagen wordt afgelegd. Als overnachtingsplaatsen worden dan benut Béengo en Patiro of Ponré. De totale lengte bedraagt 61 paal. VII. Van Watamponé naar Balang Nipa. Dit pad, dat dicht langs en nagenoeg evenwijdig aan de kust loopt, is in den drogen tijd voor alle wapens bruikbaar; bij vloed levert het doorwaden van enkele rivieren bezwaren op. In den natten tijd is het pad, voor zoover het door sawahterrein loopt,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 447