436
2. Uiterlijk voorkomen en kleeding.
Over het algemeen is het voorkomen der Bonieren niet ongun
stig. Zij zijn goed gevormd, van middelmatige grootte, slank
van gestalte, gespierd en vlug in hunne bewegingen. De huids
kleur is over het algemeen lichter dan die der Javanen.
De eenvoudigste kleeding van de gewone volksklasse bestaat
uit een korte broek van wit katoen, die tot op eene handbreedte
hoven de knieën reikt, een sarong en een hoofddoek. De sarong
wordt veelal over een der schouders gehangen of om het mid
del bijeengehouden. Over de broek komt de gordel, waarinde
kris gestoken wordt, die buitenshuis nimmer wordt afgelegd
en zonder welke niemand den vorst mag naderen. "Vóór het
onderlijf draagt men een schuifzak, waarin benoodigdheden voor
•de sirih, geld, enz.
De kleeding der vrouwen bestaat uit een lange sarong, bui
tenshuis bovendien uit een kort of lang baadje.
Aanzienlijken dragen bovengenoemde kleedingstukken van
fijne stof. Bij plechtige gelegenheden dragen ze een hemd en
een baadje. Dit baadje wordt als sarong gebruikt, waarbij de
mouwen dienen om het geheel om het middel vast te binden
•(hofkostuum). In den kraag van het baadje worden doorhooge
personen gouden dubbele knoopjes gedragen, soms versierd met
diamanten. Het dragen van deze knoopjes is een recht dat
slechts aan hoogwaardigheidsbekleeders toekomt.
In vredestijd wordt de kris onzichtbaar onder de sarong ge
dragen. Draagt een Bonier de kris zichtbaar, dan is dit eene op
zettelijke onbeleefdheid of eene uitdaging.
De hoofddoek wordt bij de aanzienlijken vervangen dooreen
songko, zijnde een stijf mutsje van gevlochten vezels of paar
denhaar. Bij de prinsen die geen staatsbetrekking bekleeden is
de songko wit en met ingedrukten bolbij hoogwaardigheids
bekleeders is zij bruinachtig zwart en voorzien van zilver of goud
galonband. Personen die aan het hof eene betrekking beklee
den zonder van hoogen adel te zijn dragen een songko van glim
mend zwart leer of van hoorn.
Het hoofdhaar wordt door de geringere volksklasse steeds
lang, door aanzienlijken en geestelijken steeds kort gedragen. De
baard wordt gewoonlijk met een opzettelijk daarvoor vervaardigd