460
Begrippen van orde en tucht worden hem bijgebracht door
het geleidelijk bekend maken met onze voorschriften betreffende
den inwendigen dienst, garnizoensdienst, marschdiscipline enz.
voor zoover ze hem persoonlijk betreffen.
Voor Europeesche recruten van vreemde nationaliteit die nog
geen Hollandsch kunnen spreken wordt, onder leiding van een
geschikt Europeesch gegradueerde, een cursus ter beoefening van
deze taal geopend. Daaraan nemen zij dagelijks buiten de gestel
de diensturen deel, totdat zij onze taal voldoende machtig zijn.
Voor de recruten van inlandschen landaard die het Maleisch
niet verstaan doet zich de behoefte aan een cursus voor het
aanleeren van deze taal nog sterker gevoelen. De ondervinding
leert, dat 't soms maanden duurt, voordat ze de eenvoudigste
bevelen, in het Maleisch gegeven, kunnen uitvoeren. Dit is een
ernstig bezwaar bij de versnelde opleiding, dat niet te licht mag
worden geacht.
Het practisch onderricht bepaalt zich aanvankelijk tot ge-
wrichts- en loopoefeningen. De loopoefeningen moeten worden
beschouwd als eene voorbereiding tot het onderricht in de rich
tingen en marschen en behooren deze vooraf te gaan. De uit
Nederland aangekomen recruten maken hierop eene uitzonde
ring, daar ze, in den regel, reeds te voren eenig practisch onder
richt hebben genoten.
De gewichtsoefeningen worden gedurende den geheelen duur
der opleiding dagelijks onderwezen, en wel in dezelfde volgorde
als ze in het exercitiereglement zijn opgenomen. Deze oefenin
gen zijn bijzonder nuttig om den recruut lichamelijk te ontwik
kelen; bij inlandsche recruten zijn de uitkomsten verrassend.
Marsch- en zwemoefeningen beantwoorden eveneens aan dit
doel en zijn tevens bevorderlijk aan de gezondheid. Zwemoefe
ningen behooren echter, willen ze voor de practijk eenig nut
afwerpen, onder oordeelkundige leiding gehouden te worden. Dit
gaat bezwaarlijk, zoolang het garnizoen niet de vrije beschikking
heeft over een militaire badplaats, ingericht overeenkomstig de
meest bescheiden aan dergelijke inrichtingen te stellen eischen,
en niet te veraf gelegen.
Ik druk hierbij mijne stellige meening uit, dat in de meeste
garnizoenen de aanleg, door de manschappen zelf, van een uit-