465
tisch onderricht moet samengaan. Men gewent de recruten
daardoor zich steeds rekenschap te geven van elke handeling.
De opleiding beweegt zich daardoor meer in opvoedenden dan in
africhtenden geest, wat noodig is om den recruut tot een den
kend en zelfstandig wezen te vormen. Nieuw is deze methode
geenszins, in de practijk wordt ze echter nog wel eens vergeten.
Het theoretisch onderricht dient uitsluitend beperkt tot de
behandeling van datgene, wat de soldaat voor de uitoefening,
van zijn beroep behoort te weten en voor zijn eigen welzijn,
van belang kan worden geacht. Een rooster daarvan is even
eens hierbij gevoegd.
Eene meerdaagsche oefening, in den geest der bestaande voor
schriften, onder leiding van een officier, moet de kroon op 't
werk zetten. Het verdient aanbeveling deze te houden in ver-
eeniging met eene afdeeling van een der in 't zelfde garnizoen
gelegerde veldbataljons, ter sterkte van een groep of sectie,,
onder een gegradueerde. Deze afdeeling treedt zelfstandig op en
stelt een inlandschen vijand voor.
Beoefening van nachtmarschen, het opsporen en verijdelen van
hinderlagen, het oplichten van een bendehoofd, het betrekken
van een bivak, het verontrusten daarvan, en andere handelingen
uit den kleinen oorlog, met toepassing van de inmiddels aange
leerde teekens (zie 583 R. I. He deel) en fluitsignalen, is daarbij
bet hoofddoel.
Jammer is het, dat het exercitiereglement, het gebruik van
teekens voorschrijvende, een omschrijving dier teekens achter
wege liet. In het belang van de eenvormigheid komt nu een
voorschrift ter zake, evenais van fluitsignalen, noodzakelijk voor.
Reeds vroeger is door eenige medewerkers van dit tijdschrift
de behoefte daaraan gevoeld, doch hunne voorstellen, die in
middels burgerrecht in het leger hebben verkregen, wachten
nog steeds op een formeel gevolg.
Ten slotte wordt met nadruk verwezen naar de 4, 9 t/m
19, 24, 25, 29 t/m 32, 34, 37 en 40 van het Voorschrift voor
het houden van oefeningen voor de infanterie.
De behandeling van dit onderwerp leidt voorts tot de bespre
king van eenige financieele kwesties.