34 - Nog een enkel woord over dit bevel. Bij het aanwijzen der troepenafdeelingen volg ik niet de schrijf wijze, aangegeven in de 4e alinea, 10 Y. Y. Yoor Europeesche legers met eene geregelde indeeling in legerkorpsen, divisiën, brigades enz. moge zij gemak opleveren, voor ons lijkt zs mij allesbehalve eenvoudig. Yoor velen zal of A. 3, II v. Br. 3 wel steeds een „purzzle" blijven. Hef tijdstip waarop het bevel is uitgegeven heb ik slechts een kwartier vóór dat van afmarsch gesteld. Te velde zal het veelal practisch blijken voor de bewegingen op den volgenden dag twee bevelen uit te vaardigen. Het eerste, dat 's avonds niet te laat uitgegeven wordt, regelt plaats en tijd, waarop de troepen op den volgenden morgen voor den afmarsch verzameld moeten staan. Het tweede, het eigenlijke marschbevel, wordt Verloopen nacht meldde eene in de richting Ma- gelang uitgezonden off. patr., dat zij 1 K. M. ten N. van Pring Soerat (Medono) door inf. posten en patrouilles is teruggewezen, doch geen spoor van cav. heeft kunnen ontdekken zij blijft de verkenning voort zetten. 2. Onze brigade marcheert te 645 Y. M. af naar Bawen, ten einde den vijand bij eene mogelijke poging tot vereeniging zijner gescheiden afdeelingen voor te zijn. 3. Be voorhoede zendt terstond eene cav. patr. met kijker naar den Kendalisada, ten einde troepenbewe gingen op de wegen Kaloerahan Ambarawa Bawen en Salatiga Toentang Bawen waar te nemen. 4. De verplegingstrein blijft te Oengaran, doch stelt zich in marschvorm op. De 2e mun. colonne marcheert van Oengaran naar Karang Djati en wacht daar met den bagagetrein in marschvorm nadere bevelen af. De le mun. colonne volgt de hoofdmacht op 2 K. M. afstand. 5. Ik bevind mij tusschen voorhoede en hoofdmacht. Brigadeedt. X. /N 33 500 M. 2. Hoofdmacht (tevens marschorde). L. II. 5e Bat. inf. le Bergbatterij. 2 sectiën 3e Veldbatt. 8e Bat. inf. HalveBat. Gen. sectie. Mondeling aan de ver zamelde cdtn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 48