508
pen te bestrijden, en het aangewezen wapen daarvoor was de
cavalerie. Daar de ruiterij voor dit doeleinde in getalsterkte
te kort schoot, geen behoorlijke reserves aanwezig waren en
zij in 't geheel niet geoefend was in het gevecht te voet, zond
men niet alleen achtereenvolgens alle beschikbare cavalerie uit
Engeland en Engelsch-Indië naar het tooneel van den oorlog, maar
nam men ook zijn toevlucht tot het formeeren van steeds meer
bereden infanterie, echter niet om zooals hare oorspronkelijke
bestemming was de cavalerie tot steun te strekken, maar om
in het gebrek aan een voldoende cavaleriemacht te voorzien,
d.w.z. dit ruiterwapen deels te vervangen. En nog steeds had men
niet genoeg bereden troepen; vrijwilligers en bijeengeraapte mas
sa's uit moederland en koloniën vertrokken naar Zuid-Afrika, waar
zij te paard werden gezet om als „bereden infanterie" aan den
strijd deel te nemen. 1)
Met evenveel recht echter had men al die troepen „(minder
waardige) cavalerie" kunnen noemen of ook wel de (niet op de
hoogte van haar tijd zijnde) cavalerie tot de bereden infanterie
kunnen rekenen, want van lieverlede werd het verschil in be
wapening, gebruik enz. der beide wapensoorten geringer, om
spoedig geheel te verdwijnen.
Het volgende overzicht omtrent de Engelsche bereden troe
pen in Zuid Afrika moge een en ander duidelijk maken.
Bij het begin der vijandelijkheden in October 1899 behoorden
tot de geregelde Engelsche troepen in Zuid-Afrika 15 eskadrons
cavalerie. Elk der 6 bataljons infanterie die vóór Juli 1899 reeds
daar waren vormden uit daartoe geschikte elementen 1 compag
nie bereden infanterie, in totaal dus lx/2 bataljon. Men was hierin
dus heel wat verder gegaan dan aanvankelijk was vastgesteld
(zie boven). Aan bereden koloniale troepen waren aanwezig: het
regiment Cape Mounted Police en bovendien in Natal 500 man
Mounted Police.
De bereden troepen kregen spoedig versterking in het korps
Natal Mounted Volunteers, de Natal Carabineers en de Imperial
Light Horses.
Na aankomst van het Ie Legerkorps (October-November) onder
1) Zie om. ,The mounted Infantry Controversy". U. S. M. Vol. XXVII blz. 602 e.v.