519 - strektheid te naderen. Hoe 't zij, we zaten er nu eenmaal en de tijd moest benut worden. Gelukkig hadden we een grooten voorraad kopschijven bij ons, geknipt uit de wanden van petro- leumblikken. Elk blik gaf dus 4 goede koppen, die gemakkelijk konden worden meegevoerd en met pennen op galangan's vast gezet. Bovendien waren er nog eenige kartonnen borst-, romp en geheele figuurschijven, die aanvoerders enz. voorstelden, zoo dat het geheel werkelijk iets had van eene vijandelijke gevechts opstelling. Ook hier bleek de waarde van goede schijven boven de geverfde lappen. Met veel lust zijn de oefeningen gehouden, en hoe klein de doelen ook waren, menige kop werd getroffen. Leerzaam was het voor de groepscommandanten te zien, hoe elke schijf die maar iets hooger was dan de gewone, dadelijk meer treffers telde; één rompschijf telde zelfs 27 kogelgaten. We hadden toen nog geen valschijven, de oefening zou dan veel na tuurlijker zijn geweest. Het gemis aan fondsen blijft intusschen een groot bezwaar voor den aanmaak in het groot, als elke compagnie die daar liefheb berij in heeft dit zelf zal doen. En toch moeten we den weg uit van een vrijere ontwikkeling. Voor militie- of kaderlegers is het heel goed voor de lichtingen een vast schietplan te heb ben, dat elk jaar wordt gevolgd, doch voor een staand leger als het onze, waar de menschen minstens 6 jaren dienen, behoeven we dat niet na te volgen. De man heeft in dien tijd een jaar van leeren en de rest is om het geleerde te onderhouden en toe te passen. Evenals de compagniescommandant vrij is om zijne compagnie in het terrein te oefenen, evenzoo moet hem ook eene groote mate van vrijheid worden gelaten in de schietoefeningen. Hij weet het beste waar het aan hapert, hij is de eenige die kan beoordeelen, welke soort oefeningen zijne manschappen het meest noodig hebben. Ik hoop op dit laatste nog eens terug te komen. Het breken met een lang gevolgd stelsel is niet iets waar men op een los praatje toe overgaat maar ook zonder zulk een ingrijpende wijziging is reeds veel gewonnen indien, door het bezigen van schijven die den man de uitwerking van zijn schot zelf aanwij zen, de schietoefeningen leerzamer en aantrekkelijker worden gemaakt. H. A. Kooy.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 535