523
men in aanmerking neemt, dat de meesten, zoo niet allen, uit
vorstelijken bloede gesproten zijn, gewoonlijk geene middelen
hebben en toch vorstelijk willen leven.
Iedere Aroe Pitoe heeft een soelewatang en deze weder een
mado als plaatsvervanger onder zich, door wien zij zich bij ver
hindering in den Rijksraad laten vervangen. Bij het behandelen
van belangrijke zaken nemen zoowel de soelewatangs als de
mado's zitting in den Rijksraad.
3o. den Djëmatongang, het hoofd van de 40 soero's (zende
lingen) die Boni heeft om de bevelen van den vorst en de Ha-
dat in alle richtingen van het land over te brengen.
Hij neemt als medelid ook zitting in den Rijksraad en zorgt
dat de personen die daarvoor verschijnen moeten behoorlijk zijn
opgeroepen, terwijl hij tevens dien raad in sommige zaken in
lichtingen moet geven, omdat hij als hoofdzendeling gerekend
wordt met alle bevelen, die zoowel vroeger als voor het tegen
woordige zijn uitgegaan, bekend te zijn.
4o. den Anrong-goeroe-anakaroeng. Deze is het hoofd en de
leermeester der jonge prinsen, die geene waardigheid in het
bestuur bekleeden, maar den vorst op zijne reizen moeten ver
gezellen.
5o. den Toemalompona toewangké, het hoofd der toewangké's,
de afstammelingen van de personen die den grooten Aroe Palakka
in alle omstandigheden trouw gebleven zijn en dezen in 1666
naar Java vergezeld hebben. Zoowel in oorlogs- als in vredes
tijd behooren zij tot het voornaamste gedeelte van 's vorsten
lijfwacht. Zij zijn verplicht den vorst overal te volgen. Bij het
doen van binnenlandsche tochten volgt hem echter slechts de
helft, terwijl de andere helft tot bewaking van de vorstelijke
familie en woning achterblijft. Als distinctief dragen ze een geel
mutsje (de vorstelijke kleur).
6o. de vier Anrong-goeroe's pakoelawing epoe, de hoofden van
de mindere volgelingen van den vorst, die hem zoowel in zijn
verblijf als op zijne reizen moeten bedienen en uit verschillende
negorijen en kampongs voor bepaalde tijden geleverd worden.
7o. de Soero's of zendelingen. Zij behooren 40 in getal te
zijn, maar zijn zelden voltallig. Als teeken hunner waardigheid
hebben zij een donkerbruine rotanstok, die de gedaante van