535
zelfs een 18-tal huizen uit te plunderen en te verbranden.
Bovendien werd vernomen, dat een onechte zoon van den Leen-
vorst en een zijner neven in Kendari (Yosmaersbaai) waren
geweest, daar gezag uitoefenden en de menschen daar wijs maak
ten, dat het landschap Loewoe (dat met ons reeds in 1858 een
contract sloot) onder de supprematie staat van Boni.
Eindelijk bleek nog, dat de Leenvorst, niettegenstaande her
haald verbod van den Gouverneur om zich met de binnenlandsche
aangelegenheden van de andere vorstendommen in te laten of
geweld te plegen, met een vrij belangrijke strijdmacht de vorstin
van Loewoe gedwongen had om een schuld aan een reeds over
leden Arabier te voldoen, onder bedreiging dat bij niet dadelijke
voldoening de hoofdplaats Palopo in de asch zou worden gelegd.
De Gouverneur van Celebes deelde den Leenvorst zijn ernstig
misnoegen over al deze handelingen mede, waarop La Pawawooi
vergiffenis voor zijne zonden vroeg, bewerende uit domheid en
armoede gehandeld te hebben.
8. Kort nadat laatstgenoemde feiten bekend waren geworden,
ontving het Bestuur bericht, dat een zestal prauwen, met een
honderdtal gewapende Bonieren bemand en voorzien van een
schrijven van den Leenvorst, te Kewa (afdeeling Larantoeka op
het eiland Flores) was gekomen, om de nalatenschap te aan
vaarden van een indertijd aldaar op aansporing van een zende
ling van genoemden vorst vermoorden Boeginees. Niettegen
staande de vertoogen van den op Noord-Flores geplaatsten post
houder, om zich zelf geen recht te verschaffen, werd van de
weduwe van den vermoorden Boeginees f 10.000 aan geld en
kostbaarheden geroofd om daarmede naar Boni terug te keeren.
Uit het vorenstaande blijkt, dat La Pawawooi herhaaldelijk
geschonden heeft de door hem in het slot van art. 1 van het
voor hem bindend contract afgelegde belofte, nl. van gehoorzaam
heid aan het Gouvernement van Ned. Indië, dan wel aan des-
zelfs Vertegenwoordiger; en niet is nagekomen de in art. 3 van
bedoeld contract gestelde voorwaarde van stipte en trouwe na
leving van de in dat contract omscheven verplichtingen. Maar
ook blijkt uit de opsomming zijner euveldaden, dat het Gouver
nement uiterst lankmoedig is geweest tegenover den Leenvorst