553
Substitueert men hierin Q 60 K.G. Ai 1.1 K.G. A2
0.1 K.G.dan heeft men
n y- 60 M3.
Daar bovendien het verschil in spanning tusschen de damp
kringslucht en het ballongas gering is, zal het gas langzaam uit-
stroomen en het geruimen tijd duren (indien de ballon slechts op
enkele plaatsen getroffen wordt en de gaten veroorzaakt worden
door G.K. kogels, wat gewoonlijk het geval is, en dus klein zijn) eer
de ballon daalt. Dit kwam o.a. voor bij de belegering van Lady-
smith, waar de ballon der Engelschen drie malen werd getroffen en
alle keeren, na getroffen te zijn, nog geruimen tijd bleef zweven.
Op het proefveld krijgt men gewoonlijk gunstiger resultaten.
De proefballon heeft meestal eene middellijn van 3 M. en
is uit een zuinigheidsoogpunt gevuld met lichtgas. De stijgkracht
is dus gering. Wordt deze ballon getroffen, dan wordt de stijg
kracht spoedig nul en daalt de ballon.
3. De kabel.
De kabel heeft gewoonlijk aan het boveneinde eene middel
lijn van 16 m.M., aan het ondereinde eene van 12 m.M.; een ka
bel van 500 M. lengte weegt van 90 tot 100 K.G. Het gewicht
van den kabel heeft een merkwaardigen invloed op het dalen
van den ballon, als hij door gasverlies zinkt: Hoe zwaarder de
kabelhoe langzamer de ballon daalt. Deze, op het eerste gezicht
onwaarschijnlijke, stelling wordt als volgt bewezen:
De daling begint, zoodra de stijgkracht door gasverlies nul
geworden is. Bij een door gasverlies dalenden ballon (gedacht
zonder kabel) blijft het den ballon benedenwaarts trekkende
gewicht nagenoeg standvastig, de stijgkracht vermindert echter
door het aanhoudend gasverlies; de dalende beweging is dus
eene versnelde; de tijd, noodig om den grond te bereiken, is
daarmede recht evenredig.
Indien daarentegen dezelfde ballon van een kabel is voorzien
en hij daalt door gasverlies, dan neemt het den ballon naar
beneden trekkende gew icht voortdurend af, daar de kabel gedeel
telijk op den grond komt te liggen; met het gewicht van dat
op den grond liggende gedeelte wordt de benedenwaarts trek
kende kracht verminderd. Bij aanname van eene gelijke uit.-
AA
Dl. I, 1905. 39