565 Als de batterij niet voorzien is van een richtvlak, wordt de zijdelingsclie afwijking der springpunten over een touwtje waar genomen en in middellijnen van den ballon uitgedruktde spring- hoogte wordt t.o.v. het middelpunt van den ballon geschat. Om hierbij de beweging van den ballon gedurende den vluchttijd van het projectiel waar te nemen, maakt men gebruik van een kanon dat niet aan de beurt van vuren is. Dit wordt met de opge geven O.H. op den ballon gericht en moet in de richting zijnr als het schot bij den anderen vuurmond afgaat. Na het sprin gen van het projectiel richt men door in- of uitschuiven van den opzet opnieuw op den ballon. Uit het verschil in O.H. en C.D. kan men dan de snelheid van beweging van den ballon bepalen. Het inschieten en voortgezet vuur. Is voor de opening van het vuur voldoende tijd voorhanden, dan wordt de afstand op eene der vorengenoemde wijzen bepaald moet onmiddellijk worden geschoten, dan schat men den afstand- Het vuur wordt met de bij den afstand behoorende O.HC.D. en T. geopend, voor eene mogelijke constante zijdelingsche be weging van den ballon wordt zoo goed mogelijk gecorrigeerd. Gedurende het inschieten wordt batterijsgewijze geladen (het schietvoorschrift zegt „salvo's van G.K.") en op grond dezer schoten gecorrigeerd. Het schietvoorschrift bepaalt verder: „Worden springpunten lager dan den ballon waargenomen, zoo wordt (dus met behulp van de kolom in de schootstafel „l°/„„ O.H. wijzigt springhoogte") de O.H. vermeerderd; komen te hooge springpunten voor, zoo wordt zij verminderd. Uit de woorden „te hooge springpunten" leidt men af, dat de springhoogte t.o.v. den ballon goed is, indien zij overeenkomt met die uit de schootstafel. De grens voor het inschieten wordt op 200 M. bepaald. Uit gaande van het schot der grens, wordt zoo dikwijls 100 M. parallel vooruitgegaan, tot dat men uitwerking waarneemt, de schoten in eenzelfde salvo -j-) en vallen of wel uitsluitend (-f) worden waargenomenhet overschrijden van de grens van 200 M. kan hierbij noodig blijken. In de beide eerste gevallen wordt het vuur op den gevonden afstand voortgezet, in het laatste geval wordt 100 M. teruggegaan. In andere rijken gaat men als volgt te werkNa de bepaling

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 583