575
reclamant gedurende die drie etmalen voor een kwartier in het
kampement teruggekeerd was en zich daarna weer had ver
wijderd. De krijgsraad achtte de reclame toen gedeeltelijk ge
grond en bracht in de strafreden eene gewichtige verandering
aan door tusschen de woorden „etmalen" en „in" in te lasschen
„met onderbreking van ruim 10 minuten".
Een ander soldaat werd gestraft met eenige dagen kwartier
arrest om de volgende reden: „Slordig gekleed op eene inspec
tie voor den compagniescommandant te verschijnen". Ook deze
reclame werd gedeeltelijk gegrond verklaard, omdat de krijgs
raad het „uit een taalkundig oogpunt" beter achtte voor „slordig"
in de plaats te stellen „niet naar behooren". De man was op
de inspectie verschenen met eene oude atilla met vuile, zwarte
biezen en niemand had eene dergelijke beslissing verwacht.
Het spreekt vanzelf, dat waar de krijgsraden zich van soort
gelijke advocaterijen niet willen onthouden, dergelijke verande
ringen in de strafreden, die met het straf bare van het feit niets
te maken hebben, geen reden kunnen opleveren om de straf,
hoe gering ook, te verlichten. In beide gevallen werd de straf
dan ook gehandhaafd, maar het voorloopig arrest moest worden op
geheven, omdat de reclame „gedeeltelijk gegrond" was verklaard.
Deze voorbeelden toonen aan hoe eene overigens goede rechts
regel, door hem blindelings door te drijven, tot de grootste dwaas
heden leiden kan. In beide gevallen was de ingestelde reclame
niets anders dan een blijk van verregaande oneerbiedigheid, en
alleen ingesteld om den strafoplegger eenige minder aangename
oogenblikken te bezorgen. Gelukkig waren de klagers door den
chef van den strafoplegger reeds daarvoor gestraft, doch ook
die straffen moesten uit het strafhoek worden geschrapt. Volgens
het Hoog Militair Gerechtshof is er geen sprake van oneerbie
digheid, indien eene reclame gedeeltelijk gegrond verklaard wordt,
omdat daarmede het bewijs geleverd is, dat de reclamant niet ten
onrechte de tusschenkomst van den reclame-rechter heeft ingeroe
pen. In algemeenen zin is dit ongetwijfeld een goed beginsel. Maar
als de reclame enkel betrekking heett op eene nietige bijkomende
omstandigheid, die met het strafbare van het feit geen verband
houdtdan is het niet meer van toepassing. Is bv. iemand ge
straft omdat hij op het avondappèl gemankeerd heeft en ruim