603
kwartier van den Maarschalk in Frankrijk. De bedienden van
dezen noemde men gens de la Marechaucéeen bij verkorting een
voudig marechaucée, bij verbastering geworden tot marechaussée.
De Maarschalk was in Frankrijk lang de adjudant van den
Connétable, of, zooals men destijds schreef, Conestable, afgeleid
van comes stabuli, stalgraaf. Yan de elfde tot de zeventiende
eeuw bekleedde de Connétable na den Koning de hoogste waar
digheid in het leger der Franschen. Lodewijk XIII hief haar in
1627 op. Later werd zij door Napoleon Bonaparte ten behoeve
van den Prins van Wagram, Berthier, weder in het leven geroepen.
Musket. Nadat in de Kruistochten de nuttige werking van
pijl en boog gebleken was, begon men zich ook in ons land
meer op het gebruik van dit wapen toe te leggen. Zelfs wer
den werktuigen uitgedacht, om de schootsverheid te kunnen
verhoogen. Pijlen met zulke werktuigen, vestelen en springaels
genoemd, werden quareelen of musketten geheeten. De naam
musket schijnt ontleend aan een toenmalige sperwersoort van
dien naam.
Schildwacht. De ridders voerden een schild, waarop hun wapen
veelkleurig was afgemaald. Op reis zijnde, was het gewoonte
dat de ridder zijn schild voor den gevel van het huis plaatste,
waarin hij zijn intrek nam. De gewapende knecht die, bij af
wisseling, voor het huis bij het uitgehangen schild de wacht had
werd schildwachter genoemd.
Sergeant van servientdienstman, iemand die, onderhoorig aan
een Heer, verplicht was zoowel tot het verrichten van hof- en
huisdiensten als tot het dragen van de wapenen. Evenals de
sergeant van heden, hadden de servienten te waken voor de
huishoudelijke belangen van het gezelschap.
In den Spaanschen tijd werden den sergeanten naar het schijnt
belangrijker commando's toevertrouwd dan thans. Zoo maakte
een sergeant van de bezetting van Bergen op Zoom in 1588
een strooptocht naar Luikerland met 100 man en 6 ruiters.
Neemt men in aanmerking, dat de luitenant in dien tijd slechts
als vervanger van den kapitein optrad en overigens zich vrij*