61
genomen de omstandigheid, dat de oorlogsschutter in den regel
weinig of geen tijd neemt voor de richting, dat is dus voor het
2e moment de voorkeur aan die methode, waarbij de beoefe
ning van het le moment zoo hoog mogelijk wordt opgevoerd..
Ik hoop met deze regelen aangetoond te hebben, dat de heeren
Smith en Fabiu's in hoofzaak hetzelfde wenschen, doch slechts
in methode van elkaar verschillen en, zooals ik reeds zei, zal
die methode blijken de juiste te zijn, die, bij het zooveel moge
lijk in acht nemen der oorlogsinvloeden, op het proefveld de beste
uitkomsten geeft.
Ten slotte nog het volgende: Tot nu toe schijnen de voor
standers der nieuwe methode in het beoefenen daarvan het juist-
en snelvuren toegepast te hebben, dat gepaard ging met een
groot munitieverbruikdit laatste werd door de tegenstanders
der nieuwe methode als wapen gebruikt om die methode te
veroordeelen. Mijns inziens heeft men in het gebruik van klap-
schijven een even deugdelijk middel om den man te dwingen
zich den vluggen en goeden aanslag eigen te maken. Doch ook
in deze aangelegenheid ben ik het met den heer Fabius eens,,
daar waar hij op blz. 239 schrijft
„Den voorstanders is het voorloopig voldoende, de zekerheid te heb-
„ben, dat er althans minstens één weg naar het doel leidt, van later
„zorg is het vraagstuk, de methode te vinden, welke in tijd en geld het
„meest economisch is."
J. H. C. van Dojipseler.
NASCHRIFT VAN DEN HEER C. SMITH.
Het opstel van den heer van Dompseler, dat mij door de
Redactie van ons tijdschrift welwillend ter inzage werd aange
boden, geeft mij aanleiding nog de volgende aanteekening te
stellen.
Waar de schrijver beweert, dat mijn ideaal (blijkende uit een
aanhaling uit mijn opstel) moet zijn de automatische aanslag, ben
ik het niet met hem eens; met meer recht zou men als zoodanig
de daarop volgende, m.i. echter onjuiste, omschrijving van den
automatischen aanslag kunnen beschouwen, ware het niet dat.