72 Uit het voorgaande volgt, dat de Duitsche infanterist beter schiet dan de Indische soldaat. Maar ligt zulks aan het wapen- of aan den man, d.w.z. aan diens opleiding? Ongetwijfeld moet een goed deel van de minderwaardige schietuitkomsten met de karabijn toegeschreven worden aan afwijkingen, ontstaan door lichtfouten als gevolg van de korte richtas bij dat wapen, in verband met de m.i. minder doelmatige vizierinrichting. Een even groote fout in het nemen van de korrel zal zich bij de karabijn, met haar richtas van slechts 353 in.M. 1), natuurlijk bijna tweemaal zoo sterk doen gevoelen als bij het geweer waarvan de richtas 665 m.M. 1) bedraagt. Wanneer de richtas op 1200 M. gelijk gesteld wordt aan die op 200 M., zal 1 m.M. te veel (weinig) korrel een verschil opleveren van 180 c.M. bij het geweer en van 336 c.M. bij de karabijn voor het hooger (lager) vallen van het trefpunt. Dienovereenkomstig zullen de bundelspreidingen welke een gevolg van lichtfouten zijn zich bij de karabijn sterker uiten dan bij het geweer. Evenwel moet niet uit het oog verloren worden, dat ook ons geweer, wat de dieptespreiding bij het bundelvuur aangaat, betrekkelijk ongunstige verhoudingscijfers te zien geeft, vergeleken bij het D.G., althans op de grootere afstanden. Voor ons geweer, op dezelfde wijze berekend, krijgt men opvolgend voor 800, 1000 en 1200 M. als verhoudingsgetal tusschen trefferruimte en D. S.50: 0.88, 0.56 en 0.37 2). Naast het ontegenzeggelijk groote aandeel, dat aan de korte richtas in de geringere uitwerking van het karabijnvuur toe geschreven moet worden, dient men ook aan de minder doel matige vizierinrichting onder de ongunstige factoren een plaats in te ruimen. Ongetwijfeld zal een smalle vizierkeep het ne men van gestreken korrel vergemakkelijken en beter „geklemde korrels" voorkomen. 3) Deze overweging zal den doorslag gege ven hebben bij het aanbrengen der vizierkepen, nu de geringere spreiding der nieuwe wapens ook eischte, dat de lichtfouten tot 1) Bij standvizier. 2) Met andere woorden: het euvel ligt niet alleen aan de korte richtas, doch moet ook geweten worden aan den schutter! Tenzij de Duitsche cjfers te mooi aangegeven zijn. 3) Zie I.M.T. extra-bijlage No. 9 blz. 19.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 86