82
4en 's morgens bezet en verliet deze om 9 uur Y.M. zonder in
ernstig gevecht gewikkeld te worden.
Den 5en September bereikten de Japanners de spoorbaan tus-
schen Santona en Lotatai, doch stuitten alleen nog op de zich
terugtrekkende achterhoeden; het gros bereikte dien dag de
Schiliho; het dekken van den terugtocht werd opgedragen in
het Z. aan het 4e Sib. korps, in het Z.O. aan het le Sib. korps
en de Siberische kozakkendivisie (Ssamsonow).
7 September stond de hoofdmacht der Russen3e, 4e en 5e
Sib., le en 17e Korpsten N. van de Hoenhohet le Korps werd
in de richting van Tuschuntschön naar het O. vooruitgeschoven
tegen de over Fonschin (recht N. van Pönsihoe) voortrukkende
Japanners. Ten Z. van de Hoenho stonden het le en 2e Sib.
en het 10e Korps, het gros der cavalerie aan de Schaho.
De verliezen in den slag bij Liaujang en voorafgaande dagen
geleden bedroegen:
aan Japansche zijde: 136 officieren gedood, 464 gewonddood
of gewond van Koeroki's leger 4866 man, van Nodzoe 4992
man, van Okoe 7681 man (totaal 17539);
aan Russische zijde: 54 officieren gedood (onder wie 2 gene-
raals) en 252 gewond (drie generaals)5 officieren bleven op
het slagveld achter; 1810 man gedood, 10811 gewond, 1212 op
het slagveld achtergelaten.
Onmiddellijke voordeelen leverde de overwinning bij Liau
jang den Japanners niet op. De voorraden waren weggevoerd
of in brand gestoken, het rollend materieel van de spoor
baan was nagenoeg geheel weggevoerd, geen enkele locomotief
viel hun in handen. Voegt men hierbij het zeer gering aan
tal gevangenen door de Japanners gemaakt en de geringe buit,
dan blijkt daaruit dat de Russen zich op meesterlijke wijze heb
ben losgewikkeld, doch ook dat de aanvalskracht der Japanners
zoodanig gebroken was, dat van een krachtig voortdringen ten
N. van de Taitseho geen sprake meer kon zijn. Alleen de voorste
troepen volgden tot 10 September de Russen tot de Schiliho,
het gros bleef bij Liaujang.
Wij kunnen van den slag bij Liaujang niet afstappen zonder
er de aandacht op te vestigen, hoe hier een door een autoriteit
op het gebied der versterkingskunst aangelegde, uitmuntend