1. DE VERRICHTINGEN VAN DE FRANSCHE INTENDANCE VÓÓR EN TIJDENS DEN GROOTEN OORLOG, door J. A. Luymes. (Vervolg en slot) Andere levensmiddelen. De in de havens aanwezige voorraden rijst tijdens de mobilisatie waren belangrijk en voldoende voor de behoefte van het leger gedurende één jaar. In de jaren 1916 en 1917 is het benoodigde ingevoerd uit Indo- China, doch het gebrek aan scheepsruimte is oorzaak geweest, dat de rijst zeer ongeregeld aankwam en dit artikel was niet alleen noodig voor de voeding van de troepen, doch ook vooi den aan maak &van alcohol ten dienste van de „Service des Poudres". Toen de duikbootenoorlog het vraagstuk der scheepsruimte zoo moeilijk maakte, zijn groote voorraden rijst betrokken uit Spanje en uit de V. S. Later werden alle aankoopen geregeld door de Wheat Executive, welk orgaan de rijst voornamelijk betrok uit Voor-Indië en Birma. Het verbruik van rijst is steeds toegenomen door de aanwezigheid op het oorlogsterrein van koloniale troepen en de tewerkstelling van werklieden uit de koloniën. In vredestijd werden de benoodigde boonen vaak ontboden uit Klein-Azië en het Donaugebied, maar uit deze bronnen kon tijdens den oorlog niet worden geput en daar het gebruik van Indische boonen verboden was door het enkele malen daarin aanwezig zijn van blauwzuur, moest men op de Japansche markt terecht. De Engelschen kwamen evenwel de Franschen aldaar concurrentie aandoen, waardoor laatstgenoemden de benoodigde hoeveelheden ten slotte uit Brazilië betrokken. De Braziliaansche boonen bleken echter veelal te zijn aangetast door een snuitkever, welke groote verwoestingen in de opgelegde voorraden teweegbracht. De beetwortelsuikercultuur was nagenoeg geheel geconcen treerd in N. Frankrijk. De jaarproductie viel door de invasie terug van 700.000 op 200.000 ton, dus eene vermindering van 70 Het gevolg daarvan was de invoer van groote hoeveelheden uit het buitenland (Java, Mauritius, Cuba en Brazilië), en de rant soeneering van het verbruik. Vond de aanvoer van suiker in ruwen toestand plaats, dan onderging zij het proces van raffineeren in de fabrieken te Nantes, Bordeaux en Marseille. 709 Zie l.M. T. 1924 No 10.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1924 | | pagina 1