1 DE GEVOLGEN DER BEZUINIGING OP HET
NEDERLANDSCH-INDISCHE LEGER.
Toen een belangrijk deel der Gewapende Politie op de Buiten
bezittingen werd vervangen door Legerafdeelingen, geschiedde
zulks zonder de sterkte van de op dat oogenblik aanwezige troe
pen op evenredige wijze te vermeerderen, integendeel werd (be
houdens het oplossen van 2 bataljons over de Buitengewesten) het
vereischte getal brigades gevonden door de infanteriebrigades met
twee man te verminderen. Hierdoor werd tevens gebroken met de
sedert tientallen van jaren praktisch noodig gebleken minimum-
sterkte van het kleinste taktische onderdeel van het Leger.
Het door opheffing van de Gewapende Politie ontstane tekort
aan machtsmiddelen werd dus onvoldoende gedekt.
Hoe groot de sterkte van de troepen op de Buitenbezittingen
moet zijn, is intusschen een zaak, die vrijwel uitsluitend den advi
seurs van de Regeering, den Gewestelijken bestuurders, aangaat.
De tegenwoordige sterkte der veiligheidsbezetting van 11000 man
(kader en manschappen) moet echter in verband met het boven
vermelde, ongetwijfeld te gering worden geacht.
Door bovenbedoelde reorganisatie, ten behoeve van de door de
Regeering bevoien bezuiniging, verdwenen aldus het 17de Batal
jon op Sumatra en 6de en 18de Bataljon op Java. Voorts werd
het derde Depot-bataljon opgeheven, waardoor het overcompleet
aan recruten noodzakelijker wijze bij verschillende veldbataljons
moest worden ondergebracht, echter niet boven de sterkte daar
van tellende, doch als organiek deel daarvan, zoodat dus de uit-
ruksterkte van die veldbataljons met één compagnie werd ver
minderd.
De Legersamenstelling van 1925 is hierop gebaseerd, dat, indien
voor bezetting der Buitengewesten 11000 man noodig zijn, de
sterkte van het javaleger, dat beschouwd moet worden als aflos
sing daarvan, dan slechts 9000 man behoeft te bedragen, indien
men bepaalt, dat het verblijf op de Buitengewesten, vier en dat
op Java twee jaar zal duren.
Deze Javatroepen zijn dan tevens voor defensiedoeleinden be
stemd.
797
Zie ook de Memorie van Antwoord op het Afdeelingsverslag over de
begrooting 1925.