1. EENE TACTISCHE REGLEMENTENSTUDIE BETREFFENDE HET BATALJON. door A. van de Water. VII. FLANKEERING. A. Aanvaller. Het bereiken van het aanvalsdoel van het bataljon wordt bevorderd door omvatting (in 't klein) en door flankeerend vuur, vooral van de mitrailleurs, zoo noodig door gebruik te maken van een nevenaanvalsslrook in overleg met den nevenbataljonscommandant. Wie zich heeft verdiept in den aan- en afvoerdienst ziet de beteekenis van de omvatting in het groot in, daardoor worden de levensaderen bedreigd en wie daarvan wordt afgesneden krijgt kanonnen zonder munitie, geweren zonder patronen, soldaten zonder voedsel, zijn weerkrachten en weermiddelen worden weerloos en waardeloos. In mindere mate heeft de omvatting in 't klein eene overeenkomstige beteekenis. Ook de mentaliteit van den mensch speelt bij een en ander een belangrijke rol en wel in meerdere mate bij de omvatting in 't klein en in mindere mate bij de omvatting in 't groot; niet alleen moet hij waakzaam zijn in front en daar zijn maatregelen treffen, maar ook moet hij zulks doen op de flank en in den rug en dus naar meerdere kanten zijn opmerkzaamheid verdeelen, het geen eene verlammende uitwerking heeft Ook daarom moet bij den aanvaller de eerste en onmiddellijke reactie tegen eiken weerstand in front zijn de omvattende beweging, de flankeerende manoeuvre Ook, want tengevolge van de groote afstootende kracht van het infanterievuur, gaat een aanval in front met groote verliezen gepaard en tracht de aan valler, ter vermijding daarvan, op de flank van de tegen partij te komen. Flankeerend vuur verhoogt de uitwerking en schokt, mits gepaard met vuur in front en verrassend afgegeven, O. v. I. het moreel des vijands om gelijke redenen als zooeven ge il. noemd in het bijzonder is zulks het geval met flankee rend vuur uit mitrailleurs, waarvoor deze bijster geschikt 473

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 1