4. SAUMUR of PINEROLO. door H. Treffers, Ritm. Cav. N. I. L. en J. J. Greter, le Lt. der Art., gedetacheerd aan de Rijschool te Amersfoort. V. (Slot.) (zie ook jaarg. 1932, no. 5,8,9, 10 en 11). De ruiter moet iedere spontane verandering van de halshouding respecteeren en den ijdelen waan betere resultaten te verkrijgen met een kunstmatige houding opgeven op straffe van de prestaties te verminderen, welke nauw verbonden zijn aan de vrije beschikking der krachten die het paard noodig heeft om dat te volbrengen wat de ruiter vraagt. Lt. Kol. Forquet. S.Gij beloofdet mij meerdere bijzonderheden aangaande rij den en africhten volgens de Italiaansche school. Wilt gij mij eerst uitleggen wat de grondslagen zijn der Caprillische methode P.Grondgedachte is dat een ruiter een paard dat in een zelfgekozen houding gaat, gemakkelijker en beter kan rijden dan een paard, dat door den ruiter in een onnatuurlijke houding is gebracht. De ruiter dient erop bedacht te zijn steeds in al zijn bewegingen met het paard mede te gaan en het niet door hand of zit onnoodig te hinderen. S.Ook ik wil altijd met mijn paard meegaan, doch moet U eerlijk bekennen dat mijn schoolzit dit bij het terreinrijden zeer moeilijk maakt. Wij trachten hieraan tegemoet te komen door bij het springen en terreinrijden de beugels eenige gaten korter te maken. P.Gij leert Uw ruiters dus tweeërlei zit. Gij zult moeten toegeven, dat dit van den eenvoudigen ruiter wel wat veel ge- eïscht is, en waar het buiten rijden doel is van zijn opleiding, is het zaak alle aandacht uitsluitend daaraan te besteden en den 64

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 64